Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[naam verzoekster 1] , te [vestigingsplaats verzoekster 1] , verzoekster 1,
[naam bedrijf 2], te [vestigingsplaats bedrijf 2] , tezamen [naam verzoekster 3] ,
Autoriteit Consument en Markt (ACM), verweerster,
Procesverloop
mr. R. Lepetska, bijgestaan door [naam 3] , werkzaam bij verzoekster 3. ACM heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigden.
Overwegingen
De gemachtigden van verzoeksters kregen daar gedurende tien werkdagen toegang tot de onderzoeksdatasets. Per verzoekster konden maximaal vier advocaten per dag aanwezig zijn en in totaal konden er maximaal zes verschillende advocaten per verzoekster aan de dataroomprocedure deelnemen. Zij mochten geen kopieën van documenten maken en gedurende een inzagedag gemaakte aantekeningen mochten niet worden meegenomen. ACM stelde per verzoekster twee laptops ter beschikking met daarop de onderzoeksdatasets en het softwareprogramma Intella. Dat data-analyse programma is door de DM van ACM zelf ook gebruikt om het onderzoek te verrichten. De ICT-afdeling van ACM heeft op de eerste dag waarop de dataroomprocedure was opengesteld een training gegeven over het gebruik van Intella en medewerkers van die afdeling bleven de gehele procedure beschikbaar voor technische ondersteuning. Verder konden de gemachtigden van verzoeksters hun zoekvragen voorafgaand aan een inzagedag aan de ICT-afdeling van ACM toesturen zodat de resultaten die die zoekvragen opleverden klaar konden worden gezet. In de dataroom konden de gemachtigden met behulp van Intella documenten selecteren die zij relevant achtten voor hun verdediging. Met een korte (standaard)motivering konden zij aan ACM verzoeken die aan het inzagedossier toe te voegen. ACM beoordeelde, zoals ter zitting toegelicht, slechts of de geselecteerde documenten niet volstrekt buiten de reikwijdte van het geschil vielen. Als dat niet het geval was, werden bedrijfsvertrouwelijke gegevens uit de documenten verwijderd waarna de documenten aan het inzagedossier konden worden toegevoegd.
Zij hebben echter niet gesteld dat de informatie in die onderzoeksdatasets geen bedrijfsvertrouwelijke informatie bevatte en evenmin dat ACM in de aan het inzagedossier toegevoegde documenten ten onrechte passages heeft weggestreept. De keuze van ACM voor een dataroomprocedure acht de voorzieningenrechter gelet op het belang bij bescherming van de bedrijfsvertrouwelijke informatie van de afnemers en verzoeksters dan ook gerechtvaardigd.
[naam bedrijf 3] op effectieve wijze te analyseren in de drieënhalve dag die nog resteerde van de beschikbare inzagetijd. Overigens acht de voorzieningenrechter nu een enkele voortdurende inbreuk ten laste is gelegd, waardoor verzoeksters en [naam bedrijf 3] ‘in hetzelfde schuitje zitten’, voldoende verzekerd dat mogelijk ontlastende informatie uit de onderzoeksdatasets van verzoeksters en [naam bedrijf 3] in het geding zal worden gebracht.
Beslissing
mr. M. Traousis – van Wingaarden, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op
de uitspraak te ondertekenen.