ECLI:NL:RVS:2024:2373
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning asiel
Op 11 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 29 mei 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.A.S. Jansen, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Raad van State heeft op 10 juni 2024 uitspraak gedaan in deze zaak.
In de overwegingen van de Raad van State werd vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht geoordeeld dat er geen structurele tekortkomingen in de asielprocedure en opvangvoorzieningen in Frankrijk zijn, zoals gesteld in het AIDA Country Report: France (update 2022). De Raad van State verwees hierbij naar een eerdere uitspraak van 9 oktober 2023.
De Raad van State oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Daarom werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 juni 2024.