ECLI:NL:RVS:2024:2373

Raad van State

Datum uitspraak
10 juni 2024
Publicatiedatum
11 juni 2024
Zaaknummer
202403463/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning asiel

Op 11 april 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 29 mei 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.A.S. Jansen, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Raad van State heeft op 10 juni 2024 uitspraak gedaan in deze zaak.

In de overwegingen van de Raad van State werd vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had terecht geoordeeld dat er geen structurele tekortkomingen in de asielprocedure en opvangvoorzieningen in Frankrijk zijn, zoals gesteld in het AIDA Country Report: France (update 2022). De Raad van State verwees hierbij naar een eerdere uitspraak van 9 oktober 2023.

De Raad van State oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Daarom werd het hoger beroep ongegrond verklaard en werd de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 juni 2024.

Uitspraak

202403463/1/V2
Datum uitspraak: 10 juni 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, van 29 mei 2024 in zaak nr. NL24.15953 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 11 april 2024 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 29 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S.A.S. Jansen, advocaat te Apeldoorn, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft namelijk terecht overwogen dat niet uit het AIDA Country Report: France (update 2022) kan worden opgemaakt dat er structurele tekortkomingen in de asielprocedure en de opvangvoorzieningen in Frankrijk zijn. De Afdeling wijst hierbij op haar uitspraak van 9 oktober 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3737, onder 1.
1.1.    Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. J.M. Willems, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.R. Trox, griffier.
w.g. Willems
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Trox
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 10 juni 2024
984