ECLI:NL:RVS:2023:2913
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet in behandeling nemen aanvraag verblijfsvergunning
Op 31 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 2 juni 2023 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 14 juli 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.
Bij mondelinge uitspraak op 17 juli 2023 had de voorzieningenrechter al een ordemaatregel getroffen, waarbij het besluit van 2 juni 2023 werd geschorst. Dit hield in dat de vreemdeling niet aan Polen mocht worden overgedragen en dat zijn opvang in het AZC niet mocht worden beëindigd totdat er op het verzoek om voorlopige voorziening was beslist. In de huidige uitspraak heeft de voorzieningenrechter opnieuw geoordeeld dat de vreemdeling niet mag worden overgedragen totdat er op het hoger beroep is beslist. Dit besluit is genomen in het licht van eerdere zaken die de Afdeling heeft behandeld over het interstatelijk vertrouwensbeginsel voor Polen, wat verdere juridische complicaties met zich meebrengt.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden, aangezien deze al eerder was veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van het verzoek. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 31 juli 2023.