ECLI:NL:RVS:2023:2764

Raad van State

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
19 juli 2023
Zaaknummer
202304488/3/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Op 2 juni 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 14 juli 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.O. Wattilete, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. M. Soffers, heeft op 17 juli 2023 mondeling uitspraak gedaan. Hij heeft besloten om het besluit van de staatssecretaris van 2 juni 2023 te schorsen, waardoor de vreemdeling voorlopig niet aan Polen mag worden overgedragen en zijn opvang in het AZC niet mag worden beëindigd. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van proceskosten tot een bedrag van € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De voorzieningenrechter heeft deze beslissing genomen vanwege de onomkeerbare gevolgen van de uitvoering van het besluit en de aanstaande uitvoering ervan. Het resterende deel van het verzoek om voorlopige voorziening en het hoger beroep zullen op een later moment worden behandeld.

Uitspraak

202304488/3/V3.
Datum uitspraak: 17 juli 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, vierde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 14 juli 2023 in zaak nr. NL23.16273 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Tegenwoordig:
voorzieningenrechter: mr. M. Soffers
griffier: mr. B.G.M. Laarhoven
====================================
Bij besluit van 2 juni 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 14 juli 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.O. Wattilete, advocaat te Arnhem, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter:
I.        treft bij wijze van ordemaatregel de voorlopige voorziening dat het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 2 juni 2023 wordt geschorst;
II.       veroordeelt de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tot vergoeding van bij de vreemdeling in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 837,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Daartoe overweegt hij het volgende.
In verband met de onomkeerbare gevolgen van de uitvoering van het besluit van 2 juni 2023 en de omstandigheid dat die uitvoering aanstaande is, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om bij wijze van ordemaatregel dat besluit te schorsen. Dat betekent dat de vreemdeling vooralsnog niet aan Polen mag worden overgedragen en de opvang in het AZC niet mag worden beëindigd. Op een nader te bepalen moment zullen het resterende deel van het verzoek om voorlopige voorziening en het hoger beroep worden behandeld.
w.g. Soffers
voorzieningenrechter
w.g. Laarhoven
griffier
850