ECLI:NL:RVS:2023:1110
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublinoverdracht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 20 maart 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 27 januari 2023 niet in behandeling werd genomen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F.A. van den Berg, heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 6 maart 2023 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht vastgesteld dat de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat bij zijn Dublinoverdracht aan Spanje niet kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Ook heeft de rechtbank geen aanleiding gezien om te wachten op de beantwoording van prejudiciële vragen die eerder door een andere rechtbank zijn gesteld. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die relevant zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris is niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 20 maart 2023.