ECLI:NL:RBDHA:2023:12033
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 20 juli 2023 niet in behandeling genomen omdat Spanje verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser ongelijk krijgt en het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag in stand blijft. De Europese Unie heeft gezamenlijke regelgeving over het in behandeling nemen van asielaanvragen, vastgelegd in de Dublinverordening. Op basis van deze verordening neemt de staatssecretaris een asielaanvraag niet in behandeling als is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. In dit geval heeft Nederland bij Spanje een verzoek om terugname gedaan, dat door Spanje is aanvaard. De rechtbank overweegt dat er geen aanwijzingen zijn dat Spanje zijn internationale verplichtingen niet nakomt en dat eiser in Spanje geen reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM en artikel 4 van het EU Handvest. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat er sprake is van tekortkomingen in de asielprocedure in Spanje die een reëel risico op onmenselijke of vernederende behandeling met zich meebrengen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht de asielaanvraag niet in behandeling heeft genomen op grond van artikel 17 van de Dublinverordening. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.