ECLI:NL:RVS:2019:1652
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoek om informatie aan de korpschef van politie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 3 mei 2018, waarin het beroep van [appellant] betreffende een verzoek om informatie aan de korpschef niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat [appellant] misbruik van recht had gemaakt. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. De korpschef heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven en de zaak is ter zitting behandeld op 7 mei 2019, waar zowel [appellant] als de korpschef, vertegenwoordigd door mr. I. de Hoop, aanwezig waren.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen aangegeven dat de rechtbank haar beslissing terecht heeft gebaseerd op het oordeel van misbruik van recht door [appellant]. De Afdeling verwijst naar eerdere uitspraken waarin vergelijkbare feiten aan de orde waren en waarin ook werd geoordeeld dat [appellant] misbruik van recht heeft gemaakt. De Afdeling heeft vastgesteld dat de argumenten die [appellant] in hoger beroep naar voren heeft gebracht, geen aanleiding geven om de eerdere uitspraak te herzien.
Uiteindelijk heeft de Afdeling het hoger beroep ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 22 mei 2019.