ECLI:NL:RBROT:2023:351

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
23 januari 2023
Zaaknummer
22/5208
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Misbruik van recht door veelprocedeerder leidt tot niet-ontvankelijk verklaring van beroep

Op 4 januari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser, een veelprocedeerder uit [Plaats], en het college van burgemeester en wethouders van Zwijndrecht. De eiser had beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Tevens verzocht de eiser om ontheffing van de verplichting tot betaling van griffierecht, onder verwijzing naar betalingsonmacht.

De rechtbank heeft de zaak behandeld zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht. In haar overwegingen heeft de rechtbank vastgesteld dat het beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Dit is het gevolg van misbruik van recht door de eiser, waardoor de ontheffing van griffierecht niet kan worden verleend. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak in een procedure tussen dezelfde partijen (ECLI:NL:RVS:2019:1652) ter onderbouwing van haar beslissing.

De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. De eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/5208

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 januari 2022 in de zaak tussen

[Naam], uit [Plaats], eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van Zwijndrecht, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op een verzoek op grond van de Wet openbare overheid.
Eiser heeft met een beroep op betalingsonmacht verzocht om ontheffing van de verplichting tot betaling van griffierecht.

Overwegingen

1. De rechtbank doet met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.
2. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat eiser wegens misbruik van recht geen ontheffing van griffierecht wordt verleend, zodat hij in verzuim is het in de zaak verschuldigde griffierecht te voldoen. Ter motivering wijst de rechtbank op een eerdere uitspraak in een procedure tussen partijen (ECLI:NL:RVS:2019:1652).
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. E.B.J. van Elden, rechter, in aanwezigheid van D. Vossenberg, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 4 januari 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.