ECLI:NL:RBROT:2022:9845

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 november 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
ROT 22/801
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring beroep wegens misbruik van recht en griffierecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 november 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en de Korpschef van Politie, waarbij het beroep van de eiser niet-ontvankelijk is verklaard. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van 27 januari 2022, waarin zijn verzoek om inzage in politiegegevens was afgewezen. Tevens had de eiser verzocht om ontheffing van het griffierecht op basis van betalingsonmacht.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiser wegens misbruik van recht geen ontheffing van het griffierecht kan krijgen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de eiser in verzuim is om het verschuldigde griffierecht te voldoen. De rechtbank verwijst hierbij naar een eerdere uitspraak in een procedure tussen dezelfde partijen (ECLI:NL:RVS:2019:1652) ter onderbouwing van haar beslissing.

De uitspraak is gedaan door mr. E.B.J. van Elden, rechter, en mr. R. Stijnen, griffier, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend bij de rechtbank.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/801
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 november 2022 als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen

[Naam], te [Plaats], eiser,

en

de Korpschef van Politie (de politiechef van eenheid Rotterdam), verweerder.

Inleiding

Bij besluit van 27 januari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder verzoeken van eiser om inzage in politiegegevens afgewezen.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Eiser heeft met een beroep op betalingsonmacht verzocht om ontheffing van de verplichting tot betaling van griffierecht.

Beoordeling

1. De rechtbank doet met toepassing van artikel 8:54 van de Awb uitspraak zonder zitting.
2. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat eiser wegens misbruik van recht geen ontheffing van griffierecht wordt verleend, zodat hij in verzuim is het in de zaak verschuldigde griffierecht te voldoen. Ter motivering wijst de rechtbank op een eerdere uitspraak in een procedure tussen partijen (ECLI:NL:RVS:2019:1652).
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.B.J. van Elden, rechter, in aanwezigheid van
mr. R. Stijnen, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 15 november 2022.
De griffier en de rechter zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.