ECLI:NL:RVS:2017:3181
Raad van State
- Hoger beroep
- H. Troostwijk
- E. Steendijk
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 5 september 2017. De rechtbank had de aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris van 9 september 2016 vernietigd. De staatssecretaris had de aanvraag van de vreemdeling afgewezen, maar de rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van de overwegingen in de uitspraak.
De staatssecretaris heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. In het hoger beroep heeft de staatssecretaris betoogd dat de rechtbank niet voldoende rekening heeft gehouden met de informatie van de UNHCR over de situatie in Bagdad en de voorwaarden voor terugkeer. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de vragen over de toegang tot en voorwaarden voor langduriger verblijf in Bagdad eerder beantwoord in een uitspraak van 3 juli 2017. De staatssecretaris heeft terecht opgemerkt dat de rechtbank de informatie van de UNHCR niet correct heeft gewogen.
De Afdeling heeft geoordeeld dat het hoger beroep kennelijk gegrond is. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd en het beroep van de vreemdeling is ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 20 november 2017.