ECLI:NL:RVS:2017:2813
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over tegemoetkoming in planschade en toepassing van het gelijkheidsbeginsel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout een tegemoetkoming in planschade heeft toegekend. Bij besluit van 23 juni 2016 heeft het college [appellant] een tegemoetkoming van € 5.000,00 toegekend, te vermeerderen met wettelijke rente, en het recht van € 300,00 teruggestort. [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het college, omdat hij van mening is dat een deel van de door hem geleden planschade voor zijn rekening blijft, wat in strijd zou zijn met het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] ongegrond verklaard, waarop hij in hoger beroep is gegaan.
De Raad van State heeft in zijn uitspraak van 18 oktober 2017 geoordeeld dat de korting van twee procent van de waarde van de woning van [appellant] wettelijk is voorgeschreven en dat het college in overeenstemming met de Procedureregeling heeft gehandeld. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het beleid van het college niet onredelijk of inconsistent is. Het college heeft deugdelijk gemotiveerd dat er geen vergelijkbare gevallen zijn, waardoor het beroep van [appellant] op het gelijkheidsbeginsel faalt. De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.