ECLI:NL:RVS:2010:BN2122
Raad van State
- Verzet
- J.E.M. Polak
- Th.G. Drupsteen
- D.A.C. Slump
- H.H.C. Visser
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens termijnoverschrijding griffierecht
In deze uitspraak van de Raad van State, gedateerd 16 juli 2010, werd het verzet van X tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep behandeld. Het hoger beroep was eerder niet-ontvankelijk verklaard omdat X het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken had voldaan. X betoogde dat hij erop mocht vertrouwen dat hij na afloop van de termijn een nieuwe termijn zou krijgen om het griffierecht te voldoen, omdat andere bestuursrechterlijke colleges deze praktijk hanteren. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat X in dit geval niet in verzuim was geweest. De Afdeling constateerde dat er een verschil in praktijk bestond tussen de Afdeling en andere bestuursrechters, wat tot verwarring bij rechtzoekenden kan leiden. Gelet op deze verwarring oordeelde de Afdeling dat het eerder genomen besluit om het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren ten onrechte was. De Afdeling besloot haar praktijk aan te passen aan die van het College van Beroep voor het bedrijfsleven en de Centrale Raad van Beroep, om zo rechtseenheid te waarborgen. Het verzet werd gegrond verklaard, wat betekende dat de eerdere uitspraak van 4 februari 2010 verviel.