ECLI:NL:RBZWB:2025:6969
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en verzuimboete in verband met geschorst kenteken
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 15 oktober 2025, worden de beroepen van de belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had aan de belanghebbende een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opgelegd van € 2.303 over de periode van 10 september 2022 tot en met 9 september 2023, alsook een verzuimboete van € 1.151. De rechtbank behandelt de beroepen en concludeert dat de naheffingsaanslag en de verzuimboete terecht zijn opgelegd. De rechtbank oordeelt dat het motorrijtuig, waarvan de geldigheid van het kentekenbewijs was geschorst, ten onrechte op de openbare weg was geparkeerd. De rechtbank stelt vast dat het parkeerterrein feitelijk openstond voor het openbaar verkeer, ondanks dat het op privéterrein was gelegen. De rechtbank wijst ook het bezwaar van de belanghebbende tegen de rekening motorrijtuigenbelasting af, omdat deze kennelijk niet-ontvankelijk was verklaard door de inspecteur. De rechtbank concludeert dat de inspecteur de naheffingsaanslag en de verzuimboete terecht heeft opgelegd en dat de beroepen ongegrond zijn.