ECLI:NL:HR:2007:BA4801
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en de definitie van openbaar rijverkeer
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting die was opgelegd aan de belanghebbende voor het motorrijtuig met kenteken AA-00-BB. De naheffingsaanslag van € 300 was berekend over het tijdvak van 30 april 2002 tot en met 29 april 2003. De Inspecteur had de aanslag gehandhaafd, maar het Hof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en de naheffingsaanslag.
De Staatssecretaris heeft vervolgens cassatie ingesteld. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd met betrekking tot de vraag of het terrein aan de a-straat als een voor het openbaar rijverkeer openstaande weg kan worden aangemerkt. Het Hof had geoordeeld dat de Inspecteur niet aannemelijk had gemaakt dat het terrein feitelijk voor het openbaar rijverkeer openstond, omdat het terrein particulier was en met bordjes 'EIGEN WEG' was aangegeven. De Hoge Raad stelt echter dat de feitelijke omstandigheden bepalend zijn voor de vraag of een terrein als openbaar kan worden aangemerkt.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad concludeert dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de toegang tot het terrein slechts mogelijk zou zijn voor bezoekers met toestemming van de houders van het terrein. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 11 mei 2007.