In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 april 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de vaststelling van haar WIA-dagloon beoordeeld. Eiseres had een dienstverband bij [oud-werkgever] en is sinds 2021 werkzaam bij [de werkgever]. Het UWV had op 13 juli 2023 een WIA-uitkering toegekend en het WIA-dagloon vastgesteld. Eiseres betwistte de berekening van haar dagloon, met name de behandeling van de maand juli 2020, die zij als loonloos beschouwde. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht de maand juli 2020 niet als loonloos heeft aangemerkt, omdat er sv-loon is betaald. Eiseres had niet aangetoond dat de gegevens in de polisadministratie onjuist waren. De rechtbank verklaart het beroep tegen het bestreden besluit III ongegrond en het beroep tegen de eerdere besluiten niet-ontvankelijk. Eiseres heeft recht op vergoeding van het griffierecht, maar niet op een proceskostenvergoeding.