Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 maart 2025 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
€ 1.080.781. Bij het opleggen van de aanslag Zvw 2020 is het bijdrage-inkomen vastgesteld op € 46.451.
Feiten
€ 797.690 en de wijze waarop belanghebbende de aankoop van de cocaïne heeft gefinancierd. Nadat deze zending met de mededeling ‘geweigerd’ retour was gekomen, heeft de inspecteur de informatiebeschikking aangetekend verzonden naar de penitentiaire inrichting [locatie] , waar belanghebbende op dat moment in hechtenis zat. Deze zending met [nummer] is blijkens een uitdraai van Track & Trace van PostNL op 20 mei 2022 ontvangen. Tegen deze informatiebeschikking is geen rechtsmiddel aangewend.
Beoordeling door de rechtbank
€ 647. In beroep heeft elke proceshandeling een waarde van € 907. De (voormalige) gemachtigde heeft een bezwaarschrift ingediend (1 punt) en aan de hoorzitting deelgenomen (1 punt). In beroep heeft de gemachtigde een beroepschrift ingediend (1 punt) en aan de zitting van de rechtbank deelgenomen (1 punt). Met een wegingsfactor 1 bedraagt de vergoeding dan in totaal € 3.108.
Beslissing
- verklaart het beroep ten aanzien van de vergrijpboeten bij de aanslagen IB/PVV en Zvw 2020 gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar, maar alleen voor de vergrijpboeten bij de aanslagen IB/PVV en Zvw 2020;
- vermindert de vergrijpboete bij de aanslag IB/PVV 2020 tot een bedrag van
- vernietigt de vergrijpboete bij de aanslag Zvw 2020;
- verklaart zich onbevoegd met betrekking tot het verzoek tot uitstel van betaling;
- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 50,- aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 3.108,- aan proceskosten aan belanghebbende.