ECLI:NL:RBZWB:2025:1672

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 maart 2025
Publicatiedatum
24 maart 2025
Zaaknummer
02-298880-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Stalking en bedreiging ex-vriendin met eerdere veroordeling voor stalking

Op 24 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zijn ex-vriendin gedurende drie maanden heeft gestalkt en bedreigd. De verdachte, geboren in 1964, was eerder veroordeeld voor stalking van hetzelfde slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn ontkenning, wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten. De officier van justitie had een gevangenisstraf van negen maanden geëist, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf op van twaalf maanden, waarvan negen maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, en een contact- en locatieverbod van vijf jaar. De verdachte werd ook veroordeeld tot betaling van €1.500,- aan immateriële schade aan het slachtoffer. De rechtbank hield rekening met de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, die lijdt aan een autismespectrumstoornis, en de impact van zijn daden op het slachtoffer, die psychische problemen ondervond door de belaging. De rechtbank benadrukte het belang van het voorkomen van herhaling van dergelijk gedrag.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-298880-22
vonnis van de meervoudige kamer van 24 maart 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag 1] 1964, te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
raadsvrouw mr. F. Folkers, advocaat te Gorinchem.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 10 maart 2025, waarbij de officier van justitie, mr. I. Klein, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
al dan niet samen met een ander in de periode van 10 september 2022 tot en met 20 december 2022 [slachtoffer] heeft gestalkt (feit 1) en in de periode van 10 september 2022 tot en met 21 november 2022 [slachtoffer] heeft bedreigd (feit 2).

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. Het door verdachte gegeven alternatieve scenario dat ene [naam 1] aangeefster moet hebben gestalkt en bedreigd, is ongeloofwaardig. De officier van justitie baseert zich voor de bewezenverklaring op de aangifte van [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ). Ook baseert zij zich op het onderzoek naar de telefoon waarmee de berichten en sms’jes zijn gestuurd, namelijk met het [telefoonnummer 1] . Uit onderzoek blijkt dat het beltegoed werd opgewaardeerd met e-vouchers van Lebara die bij een Albert Heijn filiaal in [plaats 1] waren gekocht. Van één van de aanschafdata van de e-vouchers zijn beelden van de Albert Heijn beschikbaar en daarop staat verdachte. Verder is er DNA van verdachte aangetroffen op een envelop van een door [slachtoffer] ontvangen brief. De brieven die [slachtoffer] ontvangen heeft, hadden een poststempel uit België en volgens onderzoek aan de telefoon van verdachte was hij steeds op de data van de poststempels nabij de Nederlands-Belgische grens. De door [slachtoffer] ontvangen vibrator bleek na onderzoek te zijn besteld bij Easytoys en bleek te zijn betaald door een goede vriendin van verdachte, namelijk [naam 2] . Verdachte heeft op de dag van de aankoop van de vibrator en de dag ervoor blijkens de zoekgeschiedenis op zijn telefoon veelvuldig gezocht op de website van Easytoys. Dit maakt dat verdachte volgens de officier van justitie ook degene is geweest die achter de bestelling van deze vibrator zit.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen. Verdachte is een ontkennende verdachte. Hij heeft de brieven en berichten niet aan [slachtoffer] dan wel haar zoon of werkgever gestuurd en heeft ook niet de vibrator naar [slachtoffer] laten versturen. Verdachte stelt dat het [naam 1] moet zijn geweest die [slachtoffer] heeft gestalkt en bedreigd. Verdachte heeft ook verklaard dat [naam 1] bij hem in de woning is geweest en dat zij daar postzegels, brieven en enveloppen heeft weggelegd. Het is dan ook logisch dat het DNA van verdachte op een van de enveloppen zit. De e-mailberichten zijn afkomstig van het e-mailadres van [naam 1] en er is geen koppeling tussen dit e-mailadres en verdachte. Verdachte heeft zelf een ander nummer dan het nummer waarmee [slachtoffer] is gestalkt. Verdachte heeft in opdracht van [naam 1] eenmalig een prepaid kaartje gekocht. Daarom is hij te zien op camerabeelden bij de Albert Heijn in [plaats 1] . Verdachte heeft zelf ook nare berichten ontvangen van [naam 1] . Er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat het verdachte is geweest die de feiten heeft begaan. Daarom dient vrijspraak te volgen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Op grond van de in bijlage II genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat [slachtoffer] en haar zoon in de periode van 10 september 2022 tot en met 20 december 2022 in totaal op 69 momenten brieven, sms-berichten of e-mails hebben ontvangen, waarvan de zoon van [slachtoffer] in totaal 25 sms-berichten en twee brieven heeft ontvangen.. Ook heeft de toenmalige werkgever van [slachtoffer] twee e-mails ontvangen met daarin zeer grievende teksten over [slachtoffer] . De e-mails en brieven aan [slachtoffer] en haar zoon bevatten bedreigingen en beledigingen. Op 3 december 2022 heeft [slachtoffer] een pakketje met daarin een vibrator ontvangen.
Belaging
Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van belaging als bedoeld in artikel 285b, eerste lid, Wetboek van Strafrecht (Sr) zijn verschillende factoren van belang: de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer (HR 29 juni 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO5710 en HR 4 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3095).
De rechtbank is van oordeel dat er van stelstelmatige belaging sprake is geweest. Zij baseert dit oordeel op de 69 contactmomenten die er zijn geweest (via mail, brief en sms) waarbij bovendien ernstig grievende teksten en grove seksueel getinte teksten zijn gebruikt. Ook zijn de zoon en werkgever van [slachtoffer] met dit soort teksten belast. Daarnaast is er ook nog een vibrator naar [slachtoffer] gestuurd.
Bedreiging
Voor een veroordeling ter zake van bedreiging als bedoeld in artikel 285, eerste lid Sr is vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging en de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen of zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen en dat het opzet daarop was gericht (HR 7 juni 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3659 en HR 21 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:262). Gelet op de inhoud van de berichten en het feit dat de bedreigingen meermalen zijn gepleegd, is van die redelijke vrees zeker sprake geweest bij [slachtoffer] en is van opzet sprake.
Is verdachte de dader?
De vraag die de rechtbank vervolgens dient te beantwoorden is of verdachte kan worden aangemerkt als de dader van deze belaging en bedreigingen.
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij vermoedde dat verdachte de brieven, sms-berichten en e-mails heeft gestuurd en haar een vibrator heeft gestuurd.
Alternatief scenario: [naam 1]
De rechtbank zal eerst ingaan op het door verdachte geschetste alternatieve scenario dat [naam 1] de e-mails, brieven en sms’jes heeft gestuurd. Er is onderzoek gedaan naar het bestaan van [naam 1] in Nederland, België en Frankrijk. Het Gerechtshof
’s-Hertogenbosch heeft in de vorige strafzaak tegen verdachte uitgebreid onderzoek laten doen om het door de verdachte geschetste alternatieve scenario te verifiëren (zie het arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 25 februari 2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:491). In die strafzaak werd verdachte eveneens verdacht van belaging van [slachtoffer] .. Dit onderzoek leverde niets op en verdachte is hiervoor door het Gerechtshof veroordeeld. De resultaten van het verrichte onderzoek zijn ook in deze strafzaak ingebracht. Evenals het hof is de rechtbank van oordeel dat er geen begin van aannemelijkheid is van het bestaan van ‘ [naam 1] ’. De rechtbank overweegt aanvullend hierop dat verdachte wisselend verklaard heeft over het contact dat hij had met [naam 1] . Op zitting verklaarde hij dat hij in november 2022 nog koffie met [naam 1] heeft gedronken en haar in december 2022 nog bij de grens heeft gezien. Echter, kort na zijn aanhouding op 13 januari 2023 bij de rechter-commissaris verklaarde hij dat hij niet kon zeggen wanneer hij [naam 1] voor het laatst had gezien.
Verdachte heeft ter zitting ook verklaard niet te willen vertellen hoe hij contact had met [naam 1] en waar ze te vinden is. Als uitgegaan zou moeten worden van het scenario van verdachte, is voor de rechtbank onduidelijk gebleven waarom verdachte de gegevens of vindplaats van [naam 1] niet met de politie of de rechtbank heeft willen delen.
Gelet op dit alles is het alternatief scenario ongeloofwaardig en wordt dit door de rechtbank terzijde geschoven.
Heeft verdachte de ten laste gelegde feiten gepleegd?
In het dossier zijn verschillende aanwijzingen dat het verdachte zelf is geweest die (al dan niet samen met een ander) het contact met [slachtoffer] heeft gezocht.
De politie heeft onderzoek gedaan naar [telefoonnummer 1] , waarvan [slachtoffer] sms-berichten had ontvangen. Dit telefoonnummer bleek een prepaid nummer te zijn dat actief is geweest in een Samsung Galaxy A3 met IMEI-nummer [nummer] . In dezelfde telefoon is ook [telefoonnummer 2] actief geweest. Laatstgenoemd telefoonnummer heeft registraties van 20 augustus 2022 tot 30 augustus 2022 en straalde in die periode enkel aan op de cell-id (antenne) [adres] ., Dit is in de nabijheid van de woning van verdachte. Ten slotte werd in de woning van verdachte op 12 januari 2023 een doosje van een Samsung Galaxy A3 aangetroffen met daarin het hiervoor genoemde IMEI-nummer In dat doosje zaten ook aantekeningen waarop de naam [slachtoffer] stond.
Na onderzoek naar het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 1] bleek dat deze telefoon was opgewaardeerd met Lebara e-vouchers die waren verkocht in de Albert Heijn in [plaats 1] , waarvan één werd verkocht op 17 november 2022 om 20.08 uur. Op camerabeelden van de Albert Heijn is te zien dat op dat moment een man sterk gelijkend op verdachte aan de kassa staat. Verdachte heeft zelf bij de politie verklaard dat hij de man bij de Albert Heijn is, maar hij heeft verklaard dat hij de telefoonkaart moest aanschaffen voor [naam 1] . Aan deze verklaring gaat de rechtbank voorbij, aangezien zij het alternatief scenario hiervoor terzijde geschoven heeft.
De rechtbank betrekt verder in haar overweging dat op een ongeopende envelop die [slachtoffer] gedurende de ten laste gelegde periode heeft ontvangen bij de ingang van de envelop DNA van verdachte is aangetroffen.
Ook slaat de rechtbank acht op het feit dat op een aantal enveloppen die [slachtoffer] ontving Belgische postzegels zaten en dat exact dat soort postzegels bij verdachte in de woning is aangetroffen. Ook heeft verdachte op zijn telefoon op Belgische postzegels van koning Filip gezocht. Op twee brieven die aan [slachtoffer] zijn gestuurd, zijn ook deze postzegels aangetroffen. Op bijna alle dagen dat er brieven in België zijn afgestempeld, heeft de telefoon van verdachte aangestraald dichtbij de Belgische grens.
Verdachte wordt ook verdacht van het toezenden of doen toezenden van een vibrator van Easytoys aan [slachtoffer] . Verdachte heeft volgens zijn zoekgeschiedenis op zijn telefoon op 21 en 22 november 2022 133 keer een webpagina van Easytoys bezocht. Op 22 november 2022 is er ook daadwerkelijk een vibrator besteld. Deze vibrator is echter betaald vanaf de bankrekening van mevrouw [naam 2] en niet vanaf die van verdachte. Echter, [naam 2] is een goede vriendin van verdachte en volgens haar verklaring had hij in die periode ook een sleutel van haar woning. Het feit dat hij die dag ervoor zo veelvuldig heeft gezocht op de website van Easytoys in combinatie met het feit dat er vervolgens ook daadwerkelijk een vibrator is besteld, maakt dat de rechtbank ervan uit gaat dat verdachte het bestellen van de vibrator in ieder geval heeft geïnitieerd.
Gelet op alle hiervoor opgenomen aanwijzingen in onderlinge samenhang bezien, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat verdachte degene is geweest die de ten laste gelegde feiten heeft begaan. Dit maakt dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de belaging en de bedreigingen heeft gepleegd.
Medeplegen
Er zijn aanwijzingen dat verdachte hulp heeft gehad bij het bestellen van de vibrator. Deze werd immers vanaf de bankrekening van [naam 2] betaald. De zaak tegen [naam 2] is echter geseponeerd. Uit de stukken volgt verder niet dat er sprake is geweest van een zodanig bewuste en nauwe samenwerking dat van medeplegen sprake is geweest. De rechtbank zal verdachte dan ook partieel vrijspreken van medeplegen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 10 september 2022 tot en met 20 december 2022 te [plaats 2] en/of [plaats 1] , wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , met het oogmerk die [slachtoffer] te dwingen iets te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij
- veelvuldig en ongewenst mail- en sms-berichten en brieven gestuurd aan die [slachtoffer] en/of haar werkgever ( [werkgever] ) en/of haar zoon ( [zoon] ), (onder meer) inhoudende:
(mail 10 september 2022)"Hoi wat zou je er van denken om het donderdag ochtend om half 8 te regelen op de
parkeerplaats bij jouw flat? Zie je dat zitten weet je gelijk hoe we eruit zien en zul je
zien dat we bestaan we hebben een donkerblauwe BMW Frans kenteken. Als je niet
beneden komt, komen we naar boven en ga je heel snel naar beneden als je begrijpt
wat ik bedoel net als wat die lul bij mij wilde doen nadat ik hem bedreigd had met
een wapen ik weet dat je hem niet gelolfd maar het is echt gebeurd. (...) Dus tot
donderdag dan zullen we die kanker tyfus kop van je gaan verbouwen. Vieze kanker
hoer dus geniet er nov een avoided van en laat je door die pedo in je reet neuken." en/of
(mail 12 september 2022)
"Nog maar een paar daagjes en dan ga je dr aan (...) hoop gouw op jou begrafenis of
crematietie te zinn vieze slet vuile hoer (...) nou zie je deze week nog wel om jouw
hoerereet en vette kankerkut open te snijden en jouw tyfys tanden ui je mongolen
bek te rossen of laten slaan" en/of
(sms 26 september 2022)
"hee slet je ziet het heb echt jouw nummer goed he" en/of
(mail 12 oktober 2022 via [werkgever] )
"Hoi wilde graag weten of jullie allemaal hoeren en cocaine verslaafden als
vrijwilligers hebben. ZOALS [slachtoffer] . Ja inderdaad dit is een aan cocaine
verslaafde hoer. Groeten [afkorting] ." en/of
(mail 13 oktober 2022 via [werkgever] )
"En heeft u haar al buiten gezet ons hoertje is ze high of is ze bezig iemand af te
zuigen." en/of
(sms 21 november 2022 via [zoon] )
"Hee hoerezoon zijn jullie thuis doe dan is open zodat ik die verslaafde tyfus
cocaine hoer door dr kop kan komen schieten met dr tyfus rotkop of ligt ze jou weer
te pijpen want insest is toch normaal bij jullie in de familie of ligt ze met die pedo te
neuken of jouw vriendjes?" en/of
(brief 26 november 2022 via [werkgever] )
"Wilde u vragen of cocaine hoer [slachtoffer] bij u werkzaam is (...) Ze handelt ook in
verslavende middelen dus wees gewaarschuwd Ook pleegt ze regelmatig insest met
de familie vader moeder [slachtoffer] en zoon Ik vindt het als mijn taak om iedereen waar
zij mee omgaat te waarschuwen dus bij deze vriendelijke groet [naam 1] "
en
- een pakketje (met daarin een vibrator) aan die [slachtoffer] toegezonden;
2.
in de periode van 10 september 2022 tot en met 21 november 2022 te [plaats 2] en/of [plaats 1] [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] (via haar zoon ( [zoon] )) dreigend via sms-berichten en/of mails en/of brieven de woorden toegevoegd:
(mail 10 september 2022)"Hoi wat zou je er van denken om het donderdag ochtend om half 8 te regelen op de parkeerplaats bij jouw flat? Zie je dat zitten weet je gelijk hoe we eruit zien en zul je zien dat we bestaan we hebben een donkerblauwe BMW Frans kenteken. Als je niet beneden komt, komen we naar boven en ga je heel snel naar beneden als je begrijpt
wat ik bedoel net als wat die lul bij mij wilde doen nadat ik hem bedreigd had met
een wapen ik weet dat je hem niet geloofd maar het is echt gebeurd. (...) Dus tot
donderdag dan zullen we die kanker tyfus kop van je gaan verbouwen. Vieze kanker
hoer dus geniet er nov een avoided van en laat je door die pedo in je reet neuken."
(mail 12 september 2022)
"Nog maar een paar daagjes en dan ga je dr aan (...) hoop gouw op jou begrafenis of
crematietie te zinn vieze slet vuile hoer (...) nou zie je deze week nog wel om jouw
hoerereet en vette kankerkut open te snijden en jouw tyfys tanden ui je mongolen
bek te rossen of laten slaan"
(brief 21 oktober 2022)
"Maar verder ben ik wel van plan om jouw leven tot een hel te maken tot je er een
eind aan gaat maken het is ook de bedoeling dat ik nog bij je langskom om je te
helpen om van de flat te springen (...) Maar ik hoop dat je snel de keus maakt om er
een eind aan te maken dat scheelt mij weer werk en [slachtoffer] natuurlijk weet ik waar
je gaat wandelen en met wie want [naam 3] en ik hebben jouw regelmatig gevolgd
weet ook dat je auto hebt dus als er wat gebeurd met je weet je wie het doet ik ga je
echt kapotmaken en dat alles gewoon omdat ik jaloers benen je haat"
(sms 21 november 2022 (via [zoon] ))
"Hee hoerezoon zijn jullie thuis doe dan is open zodat ik die verslaafde tyfus
cocaine hoer door dr kop kan komen schieten met dr tyfus rotkop of ligt ze jou weer
te pijpen want insest is toch normaal bij jullie in de familie of ligt ze met die pedo te
neuken of jouw vriendjes?"
Ten gevolge van een kennelijke omissie in de tenlastelegging zijn in de derde regel van het onder feit 2 tenlastegelegde weggevallen de woorden ‘en/of’ (na de passage ‘tegen het leven gericht’). De rechtbank herstelt deze omissie en leest deze zinsnede zoals hiervoor is vermeld. Ook kennelijke taal- of schrijffouten zijn hersteld. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met oplegging van de bijzondere voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd. Verder verzoekt zij een maatregel ex artikel 38v van het Sr op te leggen, inhoudende een locatieverbod bij de woning van [slachtoffer] en een contactverbod met [slachtoffer] voor vijf jaar. De officier van justitie vordert dat voor iedere overtreding van het locatie- en contactverbod een vervangende hechtenis van twee weken wordt opgelegd. Zij verzoekt de maatregel ook dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Over een eventuele strafmaat bij bewezenverklaring is geen uitdrukkelijk verweer gevoerd. Wel heeft de raadsvrouw betoogd dat de zaak al wat ouder is en dat verdachte fysieke ongemakken kent als gevolg van meerdere ziektes.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De aard en ernst van de zaak
Verdachte heeft zich gedurende drie maanden schuldig gemaakt aan stalking (of belaging, zoals dit in het Wetboek van Strafrecht heet) van een ex-vriendin, waarbij hij haar ook meermalen heeft bedreigd. Verdachte heeft brieven, sms’jes en e-mails gestuurd naar haar, waarin zeer grove seksuele opmerkingen werden gemaakt en waarin ze ook werd bedreigd. Zo ontving zij een e-mail waarin ze werd bedreigd dat haar “kanker tyfuskop zou worden verbouwd” en dat ze een hoer was. In een andere e-mail werd zij bedreigd met de woorden “nog maar een paar daagjes en dan ga je dr aan” en “hoop gouw op jouw begrafenis te zijn.” Het bleef niet bij berichten en brieven aan het slachtoffer zelf, maar ook haar zoon kreeg sms’jes van verdachte en haar werkgever heeft e-mails ontvangen met zeer grove seksuele opmerkingen over het slachtoffer en waarin zij werd betiteld als drugsverslaafde hoer.
Voor het slachtoffer was dit des te beangstigender omdat zij in eerste instantie niet wist van wie dit alles afkomstig was. Verdachte had namelijk een derde persoon verzonnen, genaamd ‘ [naam 1] ’. Zij zou alle brieven, sms’jes en e-mails hebben geschreven. Een voor het slachtoffer onbekend persoon, waardoor het voor haar des te dreigender was.
Verdachte heeft hiermee een forse inbreuk gemaakt op de privacy van het slachtoffer, waarbij hij haar ook ernstig in verlegenheid heeft gebracht door ook haar werkgever en haar zoon berichten te sturen die uiterst grievend zijn voor haar. Verdachte heeft volstrekt onacceptabel en respectloos gedrag vertoond. Stelselmatige inbreuk op iemands privacy en integriteit raakt immers direct aan de persoonlijkheid en het welbevinden van het slachtoffer en kan tot psychische problemen leiden. Verdachte heeft hier geen enkele rekening mee gehouden, maar zich kennelijk enkel laten leiden door zijn eigen belangen en emoties.
Verdachte is, ondanks het zich opstapelende bewijs tegen hem, tegen beter weten in blijven ontkennen. Hij nam ook ter zitting geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn daden en ziet het kwalijke van zijn handelen niet in. Hij geeft geen enkele blijk dat hij zich realiseert hoeveel impact de feiten hebben gehad op het slachtoffer.
Die grote impact blijkt wel uit de spreekrechtverklaring die op de zitting namens het slachtoffer werd voorgelezen en uit haar vordering als benadeelde partij. Zij heeft het gevoel dat overal gevaar dreigt en heeft last (gehad) van paniekaanvallen met hyperventilatie en hartkloppingen. Ze heeft haar leven aangepast: ze komt weinig buiten, gebruikt geen sociale media meer en heeft weinig contact met anderen. Ze volgt een training bij de GGZ om te voorkomen dat ze terugvalt in een diepe depressie.
De rechtbank neemt verdachte dit des te meer kwalijk omdat hij in september 2022 ook al is veroordeeld voor belaging van hetzelfde slachtoffer. Tussen de zitting bij de rechtbank en de uitspraak in die zaak, is hij weer begonnen met het stalken van het slachtoffer.
Destijds was het lange tijd (relatief) rustig geweest, maar kennelijk heeft de behandeling van de strafzaak toen iets bij verdachte getriggerd, waardoor hij weer actief is geworden. De rechtbank houdt nu dan ook haar hart vast en vreest dat deze zaak (en het arrest van het hof kort geleden) een nieuwe trigger kan zijn voor verdachte om het slachtoffer opnieuw te gaan stalken. Het voorkomen hiervan vindt de rechtbank van het grootste belang bij de bepaling van de strafmaat en -soort.
De persoon van verdachte
Op het strafblad van verdachte staat alleen de recente veroordeling door het Gerechtshof
’s-Hertogenbosch van 25 februari 2025 voor belaging van hetzelfde slachtoffer. Wettelijk gezien telt dit niet als recidive omdat er cassatie is ingesteld en dit arrest dus nog niet onherroepelijk is. De rechtbank gaat er echter wel van uit dat verdachte hetzelfde slachtoffer al eerder heeft gestalkt. In die zin is dit wel strafverzwarend.
Over verdachte is op 7 maart 2023 een rapport opgesteld door de psychologen [psycholoog 1] en [psycholoog 2] . Zij hebben geconstateerd dat er bij verdachte sprake is van een autismespectrumstoornis. Het is volgens de psychologen zeer voorstelbaar dat deze stoornis in ieder geval enige invloed heeft gehad op zijn keuzevrijheid en vrijheid van handelen, maar gelet op zijn ontkennende houding kon niet worden onderzocht hoe deze stoornis precies een rol heeft gespeeld bij de delicten die hij heeft gepleegd. De psychologen konden daarom geen advies geven over de toerekenbaarheid bij verdachte.
Gelet op de conclusies van de psychologen gaat de rechtbank ervan uit dat de feiten verdachte in ieder geval verminderd kunnen worden toegerekend. De rechtbank houdt hier in strafverminderende zin rekening mee.
In het reclasseringsrapport van 7 mei 2024 schat de reclassering de kans op recidive in als gemiddeld. Zij vindt het van belang dat er een meldplicht wordt opgelegd, alsmede een ambulante behandeling waarbij hij wordt begeleid door Humanitas Homerun en zijn medewerking verleent aan de behandeling AR (Agressie Regulatie) op maat. Waar nodig kan hij op indicatie ook nog een behandeling volgen bij de GGZ of een soortgelijke zorgverlener. Ook acht de reclassering een contactverbod en een locatieverbod aan de orde. De reclassering adviseert de dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden.
De deskundigen schatten het herhalingsgevaar in als matig of gemiddeld, maar de rechtbank schat dat gevaar aanzienlijk hoger in, gelet op onder meer het feit dat dit de tweede keer is dat verdachte wordt veroordeeld voor belaging, zijn proceshouding (het tegen beter weten in blijven ontkennen) en het totaal ontbreken van zelfinzicht. Daarbij wijst de rechtbank ook op zijn bewering ter zitting dat hij niet haatdragend is, die in schril contrast staat met zijn opmerkingen tegenover de psycholoog dat hij, als hij uit de gevangenis is, [naam 1] gaat omleggen. De rechtbank maakt zich dan ook grote zorgen over mogelijke recidive.
Redelijke termijn
De rechtbank heeft ten slotte ook nog gekeken naar het tijdsverloop in deze strafprocedure. Dit vonnis komt namelijk 2 jaar en ruim 2 maanden nadat verdachte in verzekering is gesteld. Op grond van de verklaringen van verdachte over het bestaan van [naam 1] , was er onderzoek nodig in het buitenland dat langere tijd in beslag heeft genomen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn.
Straf
Normaliter had de rechtbank, gezien de ernst van de feiten, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd die langer is dan de duur van het voorarrest (105 dagen). Maar omdat de rechtbank uitgaat van verminderde toerekenbaarheid van verdachte, zal zij dit niet doen. De rechtbank vindt, alles afwegend, de eis van de officier van justitie passend voor wat betreft het onvoorwaardelijke deel van drie maanden gevangenisstraf. Dit betekent dat verdachte nu niet meer terug hoeft naar de gevangenis.
Met name vanwege het gevaar van herhaling legt de rechtbank daarnaast een langere voorwaardelijke gevangenisstraf straf op van negen maanden, met een proeftijd van drie jaar. Daaraan worden de bijzondere voorwaarden verbonden die de reclassering adviseert: meldplicht, ambulante behandeling, een contactverbod met het slachtoffer en een locatieverbod. Omdat het slachtoffer inmiddels is verhuisd, zal de rechtbank een locatieverbod opleggen voor het centrum van [plaats 2] , zoals dat is omschreven in het dictum.
Ter zitting is gebleken dat verdachte de Agressie Regulatie-training inmiddels al gevolgd heeft, zodat de rechtbank die niet meer zal opleggen. Wel vindt zij het van belang dat de reclassering de mogelijkheid krijgt om verdachte een andere behandeling te laten volgen als zij dat nodig vindt.
Maatregel artikel 38v Sr
Naast de voorwaardelijke straf acht de rechtbank het van groot belang dat er ook een zogenaamde vrijheidsbeperkende maatregel aan verdachte wordt opgelegd op grond van artikel 38v Sr. Deze maatregel houdt een contact- en gebiedsverbod in ten aanzien van het slachtoffer. Met deze verboden beoogt de rechtbank dat het slachtoffer rust in haar leven krijgt en dat de kans op recidive wordt verminderd. Beide verboden gelden voor vijf jaar. Voor iedere keer dat verdachte één van deze verboden overtreedt, zal vervangende hechtenis van twee weken (met een maximum van zes maanden) worden toegepast.
De rechtbank zal ook bevelen dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar is, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens het slachtoffer.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij
[slachtoffer]vordert een schadevergoeding van
€ 3.500,=voor beide feiten.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte deze feiten heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde gevorderde schadevergoeding acht de rechtbank toewijsbaar tot een bedrag van € 1.500,= aan immateriële schade. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de schadevergoedingen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit. In dat verband overweegt de rechtbank dat in de onderbouwing van de vordering uitdrukkelijk is gewezen op de verstoorde verhouding met haar ouders. Echter, anders dan in de eerdere zaak, werden in deze zaak de ouders van het slachtoffer niet door verdachte benaderd. Gelet hierop staat onvoldoende vast dat de schade in zoverre een rechtstreeks gevolg is van de feiten in deze zaak.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.
Verdere behandeling van het niet toegewezen deel van de vordering levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding op, zodat de benadeelde partij voor dat deel niet-ontvankelijk in haar vordering zal worden verklaard. Dat deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.

8.Het beslag

Verdachte heeft ter zitting afstand gedaan van de zaken waarop nog beslag lag, zodat de rechtbank thans geen beslissing meer hoeft te nemen op het beslag.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 38w, 57, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:Belaging;
feit 2:Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
  • dat verdachte zich binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van de uitspraak meldt bij Reclassering Nederland op het adres: Langendijk 34 te Breda. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
  • dat verdachte zich laat begeleiden door Humanitas Homerun. Waar nodig volgt hij (als de reclassering dat noodzakelijk vindt) een behandeling door de GGZ of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
  • dat verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met [slachtoffer] (geboren op [geboortedag 2] 1971);
  • dat verdachte zich niet bevindt in het centrum van [plaats 2] , in het gebied omsloten door de volgende straten en met inbegrip van deze straten: [straat 1] , [straat 2] , [straat 3] , [straat 4] , [straat 5] , [straat 6] , [straat 7] en [straat 8] te [plaats 2] ;
  • dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
  • dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Maatregel contactverbod
- legt op de maatregel dat verdachte voor de duur van
5 jaar op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 1971;
- beveelt dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt
2 weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan met een maximum van 6 maanden;
- bepaalt dat toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet opheft;
- beveelt dat de opgelegde maatregel
dadelijk uitvoerbaaris.
Maatregel gebiedsverbod
- legt op de maatregel dat verdachte voor de duur van
5 jaar zich niet zal begeven in het centrum van [plaats 2] , omsloten door de volgende straten en met inbegrip van deze straten: [straat 1] , [straat 2] , [straat 3] , [straat 4] , [straat 5] , [straat 6] , [straat 7] en [straat 8] te [plaats 2] ;
- beveelt dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt
2 weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan met een maximum van 6 maanden;
- bepaalt dat toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet opheft;
- beveelt dat de opgelegde maatregel
dadelijk uitvoerbaaris.
Benadeelde partij
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer]van
€ 1.500,=,aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 december 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer]
, € 1.500,=te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 december 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
25 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Breeman, voorzitter, mr. J.F.C. Janssen en mr. J.M.J.C. Paijmans, rechters, in tegenwoordigheid van G.T.A. Schuurmans-Knoop, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 24 maart 2025.
Mr. Janssen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
De tenlastelegging
1.
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 10 september 2022 tot en met 20
december 2022 te [plaats 2] en/of [plaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen wederrechtelijk stelselmatig
opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten
die van [slachtoffer] , met het oogmerk die [slachtoffer] te dwingen iets te doen, niet te doen, te
dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte,
- regelmatig en/of veelvuldig en/of ongewenst mail- en sms-berichten en brieven
gestuurd aan die [slachtoffer] en/of haar werkgever ( [werkgever] ) en/of haar zoon
( [zoon] ), (onder meer) inhoudende:
(mail 10 september 2022)
"Hoi wat zou je er van denken om het donderdag ochtend om half 8 te regelen op de
parkeerplaats bij jouw flat? Zie je dat zitten weet je gelijk hoe we eruit zien en zul je
zien dat we bestaan we hebben een donkerblauwe BMW Frans kenteken. Als je niet
beneden komt, komen we naar boven en ga je heel snel naar beneden als je begrijpt
wat ik bedoel net als wat die lul bij mij wilde doen nadat ik hem bedreigd had met
een wapen ik weet dat je hem niet geloofd maar het is echt gebeurd. (...) Dus tot
donderdag dan zullen we die kanker tyfus kop van je gaan verbouwen. Vieze kanker
hoer dus geniet er nov een avoided van en laat je door die pedo in je reet neuken."
en/of
(mail 12 september 2022)
"Nog maar een paar daagjes en dan ga je dr aan (...) hoop gouw op jou begrafenis of
crematietie te zinn vieze slet vuile hoer (...) nou zie je deze week nog wel om jouw
hoerereet en vette kankerkut open te snijden en jouw tyfys tanden ui je mongolen
bek te rossen of laten slaan" en/of
(sms 26 september 2022)
"hee slet je ziet het heb echt jouw nummer goed he" en/of
(mail 12 oktober 2022 via [werkgever] )
"Hoi wilde graag weten of jullie allemaal hoeren en cocaine verslaafden als
vrijwilligers hebben. ZOALS [slachtoffer] . Ja inderdaad dit is een aan cocaine
verslaafde hoer. Groeten [afkorting] ." en/of
(mail 13 oktober 2022 via [werkgever] )
"En heeft u haar al buiten gezet ons hoertje is ze high of is ze bezig iemand af te
zuigen." en/of
(sms 21 november 2022 via [zoon] )
"Hee hoerezoon zijn jullie thuis doe dan is open zodat ik die verslaafde tyfus
cocaine hoer door dr kop kan komen schieten met dr tyfus rotkop of ligt ze jou weer
te pijpen want insest is toch normaal bij jullie in de familie of ligt ze met die pedo te
neuken of jouw vriendjes?" en/of
(brief 26 november 2022 via [werkgever] )
"Wilde u vragen of cocaine hoer [slachtoffer] bij ii werkzaam is (...) Ze handelt ook in
verslavende middelen dus wees gewaarschuwd Ook plee t ze regelmatig insest met
de familie vader moeder [slachtoffer] en zoon Ik vindt het als 11 ijn taak om iedereen waar
zij mee omgaat te waarschuwen dus bij deze vriendelijke groet [naam 1] "
en/of
- een pakketje (met daarin een vibrator) aan die [slachtoffer] gestuurd/toegezonden
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 10 september 2022 tot en met 21
november 2022 te [plaats 2] en/of [plaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen [slachtoffer] heeft bedreigd met
enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft
verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] (via haar zoon ( [zoon] )) dreigend (via
sms-bericht(en) en/of mails en/of brieven) de woorden toegevoegd:
(mail 10 september 2022)
"Hoi wat zou je er van denken om het donderdag ochtend om half 8 te regelen op de
parkeerplaats bij jouw flat? Zie je dat zitten weet je gelijk hoe we eruit zien en zul je
zien dat we bestaan we hebben een donkerblauwe BMW Frans kenteken. Als je niet
beneden komt, komen we naar boven en ga je heel snel naar beneden als je begrijpt
wat ik bedoel net als wat die lul bij mij wilde doen nadat ik hem bedreigd had met
een wapen ik weet dat je hem niet geloofd maar het is echt gebeurd. (...) Dus tot
donderdag dan zullen we die kanker tyfus kop van je gaan verbouwen. Vieze kanker
hoer dus geniet er nog een avond van en laat je door die pedo in je reet neuken."
(mail 12 september 2022)
"Nog maar een paar daagjes en dan ga je dr aan (...) hoop gouw op jou begrafenis of
crematietie te zinn vieze slet vuile hoer (...) nou zie je deze week nog wel om jouw
hoerereet en vette kankerkut open te snijden en jouw tyfys tanden ui je mongolen
bek te rossen of laten slaan"
(brief 21 oktober 2022)
"Maar verder ben ik wel van plan om jouw leven tot een hel te maken tot je er een
eind aan gaat maken het is ook de bedoeling dat ik nog bij je langskom om je te
helpen om van de flat te springen (...) Maar ik hoop dat je snel de keus maakt om er
een eind aan te maken dat scheelt mij weer werk en [slachtoffer] natuurlijk weet ik waar
je gaat wandelen en met wie want [naam 3] en ik hebben jouw regelmatig gevolgd
weet ook dat je auto hebt dus als er wat gebeurd met je weet je wie het doet ik ga je
echt kapotmaken en dat alles gewoon omdat ik jaloers benen je haat"
(sms 21 november 2022 (via [zoon] ))
"Hee hoerezoon zijn jullie thuis doe dan is open zodat ik die verslaafde tyfus
cocaine hoer door dr kop kan komen schieten met dr tyfus rotkop of ligt ze jou weer
te pijpen want insest is toch normaal bij jullie in de familie of ligt ze met die pedo te
neuken of jouw vriendjes?"
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht.)