In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld tegen de Dienst Toeslagen, omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar aanvraag van 23 december 2023 om aanvullende schadevergoeding bij de Commissie Werkelijke Schade (CWS). De rechtbank heeft op 20 maart 2025 uitspraak gedaan zonder zitting, omdat het beroep kennelijk gegrond is. Eiseres had verweerder op 24 december 2024 in gebreke gesteld, maar verweerder heeft nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank oordeelt dat verweerder binnen twee weken na verzending van deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen, maar in dit geval wordt een termijn van negen weken als redelijk beschouwd vanwege het aantal aanvragen dat door verweerder behandeld moet worden. De rechtbank legt ook een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder het griffierecht van € 53,- en proceskosten van € 453,50 aan eiseres vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.