ECLI:NL:RBROT:2024:6560
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen door de Dienst Toeslagen in het kader van de Wet hersteloperatie toeslagen
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 15 juli 2024, met zaaknummers ROT 23/8778, ROT 23/8780 en ROT 23/8781, is de rechtbank geconfronteerd met herhaalde beroepen van eiseres tegen het niet-tijdig beslissen door de Dienst Toeslagen in het kader van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De rechtbank heeft eerder, op 7 juli 2023, de Dienst Toeslagen opgedragen om een besluit te nemen op de bezwaren van eiseres. Eiseres heeft opnieuw beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig een besluit heeft genomen. De rechtbank heeft de zaken op 6 juni 2024 behandeld, waarbij de gemachtigden van eiseres en de Dienst Toeslagen aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Dienst Toeslagen structureel de wettelijke beslistermijnen overschrijdt, wat leidt tot een grote instroom van beroepen niet-tijdig beslissen. De rechtbank heeft in deze uitspraak de nadere beslistermijnen aangepast. Voor een eerste beroep niet-tijdig beslissen is de termijn vastgesteld op veertig weken na het verweerschrift, en voor een tweede beroep op twintig weken na de uitspraak. De rechtbank heeft ook de hoogte van de dwangsom verlaagd naar € 50,- per dag, met een maximum van € 15.000,-, om de Dienst Toeslagen te prikkelen om tijdig besluiten te nemen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de Dienst Toeslagen in deze zaken slechts eenmaal een dwangsom verbeurt, omdat de besluiten inhoudelijk samenhangen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de Dienst Toeslagen om de wettelijke beslistermijnen na te leven en de gevolgen van het niet-nakomen van rechterlijke uitspraken voor de rechtsstaat.