ECLI:NL:RBZWB:2025:1541
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van bezwaren inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
Op 20 maart 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken BRE 23/8977 en 23/8978, waarbij de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst ongegrond zijn verklaard. De rechtbank beoordeelt de niet-ontvankelijkverklaring van de bezwaren van belanghebbende tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) over het jaar 2016. De inspecteur had het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard vanwege overschrijding van de bezwaartermijn. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen die op 3 april 2019 waren opgelegd, maar pas op 20 januari 2023 bezwaar gemaakt, wat ruim buiten de bezwaartermijn viel. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de aanslagen terecht heeft opgelegd en dat de bezwaren terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. De rechtbank concludeert dat de verzoeken om ambtshalve vermindering ook terecht zijn afgewezen, omdat deze na de vijfjaarstermijn waren ingediend. De rechtbank komt niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de aanslagen, en de niet-ontvankelijkverklaring van de bezwaren blijft in stand. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.