ECLI:NL:HR:2023:41
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over termijnoverschrijding bij bekendmaking belastingaanslagen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door belanghebbende, vertegenwoordigd door P.R. Autar, tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft een geschil over de bekendmaking van belastingaanslagen voor het jaar 2014, waarbij belanghebbende bezwaar had gemaakt tegen deze aanslagen. De Rechtbank Den Haag had eerder het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard, wat leidde tot een verzetprocedure. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de aanslagen naar het juiste adres waren verzonden zonder voldoende bewijs van de verzending door het juiste postvervoerbedrijf. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond en vernietigde de uitspraak van de Rechtbank. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor de belastinginspecteur om niet alleen de verzending van aanslagen aan te tonen, maar ook het postvervoerbedrijf dat de verzending heeft uitgevoerd. De uitspraak heeft implicaties voor de rechtszekerheid van belastingplichtigen en de zorgvuldigheid van de belastingdienst in het verzenden van aanslagen.