In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 maart 2025, wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat de Dienst Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 29 december 2023 voor aanvullende schadevergoeding. De rechtbank oordeelt dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond is, ondanks dat eiseres te vroeg in beroep is gegaan. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen een termijn van tien weken na verzending van de uitspraak. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor haar proceskosten van € 453,50. De rechtbank benadrukt dat de termijn voor het nemen van een besluit recht moet doen aan de reële mogelijkheden van verweerder, maar ook aan het belang van eiseres om tijdig een beslissing te ontvangen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.