Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
9721 AA Groningen
hierna te noemen: klager
1.De procedure
- de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (hierna te noemen: Sv), waaruit blijkt dat op 30 november 2022 onder klager in beslag is genomen: een hoogwerker van het merk Jlg, type 400s, kleur oranje (hierna te noemen: de hoogwerker);
- het klaagschrift, ingediend op 22 februari 2024 ter griffie van deze rechtbank ingevolge artikel 552a Sv;
- het verweerschrift van de officier van justitie; en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
- de officier van justitie, mr. T.C.M. Hendriks;
- mr. B. Lem als raadsman van belanghebbende.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).