ECLI:NL:RBZWB:2024:8244
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering voorschotten op WAO-uitkering en beoordeling van dringende redenen
Op 3 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en het UWV over de terugvordering van te veel betaalde voorschotten op haar WAO-uitkering. Eiseres, die een WAO-uitkering ontvangt vanwege een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%, had bezwaar gemaakt tegen de terugvordering van € 6.296,92 die het UWV had opgelegd. De rechtbank oordeelde dat het onderzoek door de bezwaarverzekeringsarts niet zorgvuldig genoeg was en dat de motivering van het UWV om de terugvordering niet te matigen onvoldoende was. De rechtbank concludeerde dat er wel degelijk dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, gezien de psychische gevolgen voor eiseres. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en de terugvordering gematigd tot de helft, wat resulteert in een terugvorderingsbedrag van € 3.148,46. Tevens werd het UWV veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan eiseres.