In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk om haar een vergoeding toe te kennen voor de aanschaf en opleidingskosten van een hulphond op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Eiseres, die sinds haar kinderjaren psychische klachten heeft, had op 7 februari 2020 een aanvraag ingediend voor deze vergoeding. Het college weigerde deze aanvraag op 27 februari 2020 en verklaarde de bezwaren van eiseres ongegrond in een besluit van 17 maart 2022. De rechtbank heeft het beroep op 14 augustus 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van het college.
De rechtbank oordeelt dat het college op goede gronden heeft geweigerd de vergoeding toe te kennen. Het college baseerde zich op medisch advies dat stelde dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is voor de effectiviteit van hulphonden in het verbeteren van zelfredzaamheid en participatie. De rechtbank concludeert dat de behandeling van eiseres de meest passende oplossing is en dat de hulphond niet van toegevoegde waarde is. Eiseres had ook verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, wat de rechtbank toekent. De totale procedure heeft meer dan vier jaar geduurd, wat resulteert in een schadevergoeding van € 2.500,-, waarvan € 1.500,- door het college en € 1.000,- door de Staat der Nederlanden moet worden betaald.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eiseres af, met uitzondering van de schadevergoeding.