Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels
Artikel 2.3.5
(…).
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, bijgestaan door haar advocaat mr. E.D. van Tellingen, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had op 18 april 2023 het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij het college van burgemeester en wethouders van Almere de aanvraag voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) had afgewezen. Appellante verzocht om een maatwerkvoorziening voor de opleiding van haar hond tot hulphond, maar het college had in plaats daarvan een maatwerkvoorziening voor vervoer met de Regiotaxi verstrekt, waarbij de hond van appellante mee mocht. De Centrale Raad van Beroep heeft op 19 juli 2024 geoordeeld dat het college zorgvuldig onderzoek heeft gedaan en niet verplicht was om de gevraagde maatwerkvoorziening voor de opleiding van de hond te verstrekken. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de geboden maatwerkvoorziening voldoende bijdroeg aan de zelfredzaamheid en participatie van appellante. Appellante kreeg geen proceskostenvergoeding omdat het hoger beroep niet slaagde.