ECLI:NL:RBZWB:2024:6405
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beroepen tegen de uitspraken op bezwaar inzake omzetbelasting en ondernemerschap
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 september 2024, wordt de zaak behandeld van een belanghebbende die in beroep gaat tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst. De rechtbank beoordeelt de beroepen met betrekking tot de omzetbelasting over verschillende perioden, waarbij de inspecteur heeft vastgesteld dat er geen recht op teruggaaf van omzetbelasting bestaat. De belanghebbende, die staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, heeft geen economische activiteiten kunnen aantonen en heeft sinds 2012 geen omzet verantwoord. De inspecteur heeft de bezwaren van de belanghebbende ongegrond verklaard en naheffingsaanslagen opgelegd. De rechtbank concludeert dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij ondernemer is voor de omzetbelasting en dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd. De rechtbank wijst ook het verzoek om schadevergoeding af, omdat de belanghebbende haar schade niet heeft geconcretiseerd. De beroepen worden ongegrond verklaard, wat betekent dat de naheffingsaanslagen in stand blijven en de belanghebbende geen recht heeft op teruggaaf van omzetbelasting.