ECLI:NL:RBZWB:2024:4958
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WW-uitkering wegens ontbreken gezagsverhouding in zorgovereenkomst tussen familieleden
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW). Eiseres verleende op basis van een zorgovereenkomst zorg aan haar moeder, maar het UWV heeft haar aanvraag afgewezen omdat er volgens hen geen gezagsverhouding bestond tussen eiseres en haar broer, die als vertegenwoordiger van hun moeder optrad. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 1 juli 2024, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van eiseres en het UWV aanwezig waren.
Eiseres heeft van 1 augustus 2021 tot en met 19 juni 2023 zorg verleend aan haar moeder, maar het UWV concludeerde dat er geen sprake was van een gezagsverhouding, wat essentieel is voor de kwalificatie als werknemer onder de WW. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zorgovereenkomst niet de noodzakelijke elementen bevatte die kenmerkend zijn voor een arbeidsovereenkomst, zoals duidelijke afspraken over werktijden en verantwoordelijkheden. Eiseres betwistte de conclusie van het UWV, maar de rechtbank oordeelde dat de relatie tussen eiseres en haar broer voornamelijk door familiale banden werd beheerst, wat de aanwezigheid van een gezagsverhouding uitsloot.
De rechtbank concludeert dat eiseres niet als werknemer kan worden aangemerkt en dat zij derhalve geen recht heeft op een WW-uitkering. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van het UWV om de uitkering te weigeren standhoudt. Eiseres heeft geen recht op vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 18 juli 2024.