Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 juli 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
1. Wat zijn de feiten?
2. Welke gronden heeft eiseres aangevoerd?
3. Wat is het wettelijk kader en toetsingskader?
al het mogelijke heeft gedaan”. Uit de Circulaire [8] blijkt echter dat wordt aanbevolen om ten minste twee verschillende bronnen te raadplegen om een woonadres van een persoon te achterhalen. Het college heeft niet met objectieve of verifieerbare bewijsstukken onderbouwd dat navraag is gedaan bij twee verschillende bronnen zoals nutsbedrijven, woningbouwcorporaties, woningeigenaren, werkgevers, uitkeringsinstanties en ziektekostenverzekeraars. Het college heeft ook niet toegelicht welke concrete omstandigheden maken dat in dit geval geen aanleiding bestond om ten minste twee verschillende bronnen te raadplegen. Verder acht de rechtbank van belang dat het college niet heeft kunnen vaststellen dat eiseres op het adres van haar moeder in [plaats 2] of aan het [adres 3] in [plaats 1] woonde. De conclusie is dan ook dat het college geen gedegen onderzoek heeft gedaan.
De beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de beslissing op bezwaar van 2 februari 2024;
- herroept het besluit van 8 september 2023;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 187,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.374,-.