ECLI:NL:RBZWB:2024:4445
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bron van inkomen in het belastingrecht met betrekking tot een vennootschap onder firma na overlijden van een vennoot
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 juni 2024, wordt het beroep van de erven van een overleden vennoot tegen de aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2019 beoordeeld. De inspecteur van de Belastingdienst had eerder een aanslag opgelegd en het bezwaar van de belanghebbenden afgewezen. De rechtbank behandelt de vraag of er in 2019 sprake was van een bron van inkomen voor de vennootschap onder firma (V.O.F.) waarin de overleden vennoot actief was. De rechtbank concludeert dat de inspecteur niet heeft aangetoond dat er geen objectieve voordeelsverwachting was, ondanks eerdere verliesjaren. De rechtbank oordeelt dat de V.O.F. gedurende 2019 een bron van inkomen vormde, en dat de aanslag herzien moet worden. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar, en vermindert de aanslag tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 67.359. Tevens wordt de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de belanghebbenden.