In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 mei 2024, wordt de afwijzing van twee aanvragen om bijzondere bijstand voor de kosten van een smartphone met oplader door het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren beoordeeld. Eiser had in totaal twee aanvragen ingediend, waarvan de eerste op 1 september 2022 werd afgewezen, en de tweede op 25 november 2022, beide met de reden dat de kosten niet noodzakelijk waren. Eiser stelde dat zijn smartphone kapot was gegaan door de hitte en dat hij recht had op bijzondere bijstand omdat hij zonder smartphone niet kon deelnemen aan de maatschappij. De rechtbank oordeelde dat de kosten voor de smartphone niet tot de noodzakelijke kosten van het bestaan behoren, zoals bepaald in artikel 14 van de Participatiewet, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de toekenning van bijstand rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde de beroepen van eiser ongegrond en bevestigde de afwijzing van de aanvragen door Orionis. Tevens werd bepaald dat Orionis het griffierecht van € 50,- aan eiser moest vergoeden.