Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 mei 2024 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats], eiser,
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder had dus uiterlijk op 31 mei 2023 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiser heeft verweerder op 2 november 2023 in gebreke gesteld en verweerder heeft de ingebrekestelling op 7 november 2023 ontvangen. Sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat de dwangsom zoals opgelegd in de uitspraak van 19 oktober 2023 pas stopt met lopen als op allebei de bezwaarschriften is beslist. Dit geldt alleen als verweerder binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak nog geen besluit op bezwaar heeft genomen naar aanleiding van de uitspraak van 19 oktober 2023;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 437,50 aan proceskosten aan eiser;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 50,- aan eiser moet vergoeden.