Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 oktober 2023 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats], eiser
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken. [2] Verweerder heeft de termijn verlengd met zes weken. Verweerder had dus uiterlijk op 6 juli 2023 moeten beslissen. De termijn waarbinnen verweerder moet beslissen is inmiddels voorbij. Eiser heeft verweerder op 18 augustus 2023 in gebreke gesteld en verweerder heeft de ingebrekestelling op 21 augustus 2023 ontvangen. Sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op binnen negen weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eiser een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 418,50 aan proceskosten aan eiser;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 50,- aan eiser moet vergoeden.