Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 18 januari 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] ., gevestigd te [plaats] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
[naam] , mr. J. Mastenbroek en mr. F.K. Schellekens, allen verbonden aan [b.v. 1] en namens de inspecteur,
[inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
De verbruikers zijn:
- [b.v. 2]
- [b.v. 3]
- [b.v. 4]
- [b.v. 5]
- [b.v. 6]
- [b.v. 7]
- [b.v. 8]
- [b.v. 9]
- [b.v. 10]
- [b.v. 11]
Motivering
“aansluiting: een aansluiting van een in Nederland gelegen onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken op een Nederlands distributienet waaruit elektriciteit of aardgas aan de verbruiker wordt geleverd; een aansluiting kan bestaan uit een of meer leveringspunten.”
“Voor de toepassing van de wet wordt als één onroerende zaak aangemerkt:
“4.1. Begrip aansluiting; onroerende zaakOnder een aansluiting wordt verstaan een aansluiting van een in Nederland gelegen onroerende zaak op een Nederlands distributienet waaruit elektriciteit of aardgas aan de verbruiker wordt geleverd (artikel 47, eerste lid, onderdeel f, van de wet). Voor het begrip onroerende zaak wordt verwezen naar artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de wet WOZ. Als uit een door de gemeente afgegeven WOZ-beschikking blijkt dat sprake is van één onroerende zaak, wordt daar in de energiebelasting bij aangesloten. Dat is slechts anders wanneer vanwege de toepassing van artikel 16, onderdeel f, van de wet WOZ sprake is van WOZ-beschikkingen van twee of meer aaneengesloten gemeenten.”
Is sprake van een samenstel van gebouwde eigendommen op grond van artikel 16, aanhef en onderdeel d, van de Wet WOZ?
“Er doen zich ook meer gecompliceerde situaties voor waarbij niettemin sprake is van een samenstel als bedoeld in onderdeel d (…) zoals agrarische bedrijven die in beginsel bestaan uit een aantal afzonderlijke onroerende zaken. Onroerende zaken kunnen naar omstandigheden bij elkaar horen ondanks het feit dat ze in fysieke zin op afstand van elkaar zijn gelegen.”
Tevens volgt hieruit dat de kassencomplexen afzonderlijk van elkaar verkocht kunnen worden.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. drs. M.H. van Schaik en mr. S.A.J. Bastiaansen, leden, in aanwezigheid van
mr.A.S. Wiskerke-Hovanesian, griffier, en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl