Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 april 2024 in de zaak tussen
[eiseres], gevestigd te [plaats], in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [belanghebbende] (belanghebbende), uit [plaats], eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, het college.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de beslissing op bezwaar van 11 mei 2023, voor zover het college het verzoek om proceskostenvergoeding afwijst;
- bepaalt dat het college aan eiseres een proceskostenvergoeding verstrekt van € 624,- voor de kosten in bezwaar;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiseres in beroep tot een bedrag van € 875,-;
- bepaalt dat college het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden.