Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure in de hoofdzaak
- het tussenvonnis van 27 september 2023 met de daarin genoemde stukken;
- de bij brief van 11 januari 2024 via Veilig Mailen door mr. Hendriksen Rattan-Tewari toegezonden producties 10 tot en met 12;
- de bij brief van 11 januari 2024 via Veilig Mailen door mr. Hendriksen Rattan-Tewari toegezonden producties 13 en 14;
- de bij brief van 15 januari 2024 door mr. Van Creij toegezonden producties 18 en 19;
- de gelijktijdig met de vrijwaringszaak gehouden mondelinge behandeling van 26 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de spreekaantekeningen van mr. Van Creij en mr. A. Akdimi;
- de spreekaantekeningen van mr. Hendriksen Rattan-Tewari;
- de ter zitting door mr. Van Creij overgelegde juiste producties 1 en 2 bij dagvaarding die enkel in het dossier van de rechtbank misten.
2.De procedure in de vrijwaringszaak
- het tussenvonnis van 4 oktober 2023 met de daarin genoemde stukken;
- de bij brief van 10 januari 2024 via Veilig Mailen door mr. Hendriksen Rattan-Tewari toegezonden producties 14 tot en met 18;
- de bij brief van 11 januari 2024 via Veilig Mailen door mr. Hendriksen Rattan-Tewari toegezonden producties 13 en 14;
- de gelijktijdig met de hoofdzaak gehouden mondelinge behandeling van 26 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de spreekaantekeningen van mr. Hendriksen Rattan-Tewari;
- de spreekaantekeningen van mr. Zoutberg.
3.De feiten
- [B.V. 1] € 29.922,00
- [B.V. 2] € 36.912,72
- ‘ [B.V. 4] € 14.350,30
nog geen 10” [duizend] – zelf heeft gehouden om te zwijgen.
Ja en beste is dat je zegt dat t nummer van je nicht is niet echt je nicht nicht is
Hey [naam 2] al dat geld dat ik contant moest pinnen af moest geven , gaf je het aan die [naam 3] rechtstreeks of aan die [naam 4] ?
Je hebt nooit aan mij afgegeven maar aan [naam 3] toch”
4.Het geschil
in de hoofdzaak
5.De beoordeling
Trafigura-arrest (Hoge Raad 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:587).
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
ten opzichte van hemen hem daarom zou moeten vrijwaren. De rechtbank is van oordeel dat [naam 1] die stelling onvoldoende heeft onderbouwd. Uitgaande van de juistheid van zijn verhaal, belde [naam 2] hem als er een bedrag op zijn rekening werd gestort met de vraag om dat geld van de rekening te halen en contant aan haar af te staan. [naam 1] heeft onvoldoende onderbouwd dat hij dat heeft gedaan onder druk of bedreiging van [naam 2] . Uit de verklaringen van [naam 1] volgt dat hij (aanvankelijk) vrijwillig heeft meegewerkt om [naam 2] te helpen omdat zij familie was, zonder verder vragen te stellen. Een deel van het ontvangen geld heeft [naam 1] ook zelf gehouden. Als het verhaal van [naam 1] juist is, heeft [naam 2] weliswaar onrechtmatig gehandeld, maar mét en niet ten opzichte ván [naam 1] . De vordering van [naam 1] op deze grondslag slaagt daarom niet.
6.De beslissing
27 maart 2024voor uitlating door [naam 1] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden mei tot en met juli 2024 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,