ECLI:NL:RBZWB:2024:1663
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering registratie gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de weigering om documenten te gebruiken voor de registratie van gegevens in de Basisregistratie Personen (BRP). Eiser had op 24 mei 2019 een verzoek ingediend om diverse gegevens in de BRP te registreren, onderbouwd met documenten uit Togo, waaronder een geboorteakte en een rechterlijke uitspraak. Het college van burgemeester en wethouders van Breda heeft het verzoek op 8 september 2022 geweigerd, waarna eiser bezwaar maakte. Het college verklaarde het bezwaar ongegrond bij besluit van 23 februari 2023, waarop eiser beroep instelde.
De rechtbank heeft het beroep op 5 december 2023 behandeld. Eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, heeft zijn standpunt toegelicht. De rechtbank heeft de weigering van het college beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser. De rechtbank concludeert dat het college zich voldoende heeft vergewist van de betrouwbaarheid van de overgelegde documenten en dat de weigering om de gegevens in de BRP op te nemen terecht was. De rechtbank oordeelt dat de documenten niet betrouwbaar genoeg zijn om vast te stellen dat eiser de vader is van het geregistreerde kind.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en laat het bestreden besluit in stand. Eiser heeft geen eigen deskundigenadvies overgelegd en de rechtbank oordeelt dat het college de adviezen van de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken en het Bureau Documenten van de IND terecht aan zijn besluitvorming ten grondslag heeft gelegd. De rechtbank wijst erop dat de gegevens in de BRP betrouwbaar en duidelijk moeten zijn, en dat het college aan zijn vergewisplicht heeft voldaan.