Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 maart 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser,
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
feitelijkwel aan het urencriterium.
€ 2.396,-. Er bestaat pas recht op een Tozo-uitkering als de ondernemer voor de bestaanskosten is aangewezen op het inkomen uit eigen bedrijf en die inkomsten door de coronacrisis lager zijn geworden dan het sociaal minimum. De aanvrager moet in zekere mate onderbouwen dat sprake is van een causaal verband tussen de financiële positie van zijn bedrijf en de coronacrisis. De Tozo vult het inkomen niet aan tot bijstandsniveau als dat structureel al onder het sociaal minimum lag. [1] Dit betekent dat – los van de vraag of eiser daadwerkelijk aan het urencriterium heeft voldaan – eiser geen recht had op de Tozo-uitkeringen.
Beroep
Standpunt eiser