Uitspraak
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 februari 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] uit [plaats 1] , belanghebbende
de inspecteur van de Belastingdienst, (de inspecteur).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
- een bedrag van € 2.140 in contanten;
- een aantal bonnetjes van (contante) aankopen bij bouwmarkten;
- een notitieblokje met aantekeningen;
- meerdere sleutelbossen; en
- facturen, waaronder één van [bedrijf] .
- een bedrag van € 52.500 in contanten;
- een automatisch vuurwapen en een handvuurwapen;
- een gereedschapskoffertje met daarin diverse materialen ten behoeve van werkzaamheden aan een meterkast; en
- (aangetroffen in het schuurtje in de achtertuin) een grote hoeveelheid aan apparatuur en middelen die worden gebruikt bij de teelt van hennep.
- op 11 juli 2019 in de [adres 2] te [plaats 2] , waarbij in ruimte één 336 hennepplanten zijn aangetroffen en in ruimte twee 139 hennepplanten;
- op 11 juli 2019 in de [adres 3] te [plaats 1] , waarbij 446 hennepplanten zijn aangetroffen; en
- op 31 juli 2019 in de [adres 4] te [plaats 2] , waarbij in ruimte één 118 hennepplanten zijn aangetroffen en in ruimte twee 370 hennepplanten.
- [belanghebbende]
- (…)
- (…)
- Assimilatielampen
- Koolstoffilter
- Bekabeling
- Houten bouwmaterialen
- Stekkerdozen
- Schakelborden
- Geïsoleerde zilverkleurige ventilatiebuizen
Vaststelling eerdere oogst(en)
- Huur: uit de verklaring van bewoner (…) blijkt dat zijn huur ongeveer 467 euro betrof. Aangezien een kweekcyclus 10 weken bedraagt, zijn de kosten voor de huur per oogst dus 2,5 x € 467 =€ 1167,50.
- Overige kosten: uit het Whatsapp-contact tussen [belanghebbende] en bewoner (…) is gebleken dat er door [belanghebbende] de onderstaande betalingen zijn verricht:
€ 500,00 (Whatsapp-gesprek van 18 augustus 2018. Niet geheel duidelijk waarvoor de betaling was (mogelijk huur), maar ten gunste van [belanghebbende] als kostenpost aangemerkt.)
€ 157,00 (Whatsapp-gesprek van 28 augustus 2018. Kosten stroom.)
€ 172,00 (Whatsapp-gesprek van 19 november 2018. Kosten stroom.)
€ 300,00 (Whatsapp-gesprek van 29 december 2018. Niet geheel duidelijk waarvoor de betaling was (mogelijk huur), maar ten gunste van [belanghebbende] als kostenpost aangemerkt.)
€ 83,00 (Whatsapp-gesprek van 6 maart 2019. In het gesprek wordt een bedrag van € 550 genoemd voor de huur en stroom. Aangezien de kosten van de huur per oogst hierboven al apart berekend zijn, is het bedrag aan huur van de € 550 afgetrokken. € 550 - € 467 = € 83,00)
Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
Het netto wederrechtelijk verkregen voordeel wordt gesteld op:
Vaststelling eerdere oogst(en)
Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
Het netto wederrechtelijk verkregen voordeel wordt gesteld op:
Vaststelling eerdere oogst(en)
Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
Het netto wederrechtelijk verkregen voordeel wordt gesteld op:
- in januari 2017 en in mei 2018 bevond belanghebbende zich in een voertuig waarin zich materialen bevonden die worden gebruikt in/voor een hennepkwekerij (zie 3.5);
- in mei 2017 heeft de politie in een hennepkwekerij een flesje en een blikje aangetroffen met daarop DNA van belanghebbende (zie 3.5);
- bij zijn aanhouding op 6 juni 2019 had belanghebbende een bedrag van € 2.140 in contanten bij zich (zie 3.1) en een aantal bonnetjes van (contante) aankopen van goederen bij bouwmarkten die gebruikt kunnen worden bij het opzetten of onderhouden van een hennepkwekerij (zie 3.1 in combinatie met 3.9);
- bij de doorzoeking van belanghebbendes woning op 6 juni 2019 zijn in beslag genomen een bedrag van € 52.500 in contanten, een gereedschapskoffertje met daarin materialen ten behoeve van werkzaamheden aan een meterkast en een grote hoeveelheid aan apparatuur en middelen die worden gebruikt bij de teelt van hennep;
- belanghebbende had in 2018 een negatief netto privé van ruim € 35.000 en had in 2019 een negatief netto privé van ruim € 57.000 (zie 3.14).
- de omstandigheid dat de planten op 10 januari 2019 zijn geoogst (zie 4.1.5), terwijl de hennepkwekerij is ontdekt op 11 juli 2019 en een kweekcyclus gemiddeld 10 weken bedraagt;
- de aanwezigheid van resten van hennepplanten en geoogste henneptoppen in de woning en/of de hennepkwekerij (zie 3.10);
- de aanwezigheid van stof op de kweekapparatuur en elektra in de hennepkwekerij (zie 3.10);
- de aanwezigheid in de woning van knipschaartjes met daarop hennepresten (zie 3.10);
- de aanwezigheid in de hennepkwekerij van kalkafzetting op de potten, het zeil en de dompelpomp (zie 3.10).
- de omstandigheid dat belanghebbende (een deel van) de woning heeft gehuurd vanaf februari 2019, terwijl de hennepkwekerij is ontdekt op 11 juli 2019 en een kweekcyclus gemiddeld 10 weken bedraagt (zie 3.8 in combinatie met 3.9);
- de aanwezigheid van verdroogde resten van hennepplanten en hennepstekjes in de kweekruimten (zie 3.11);
- de aanwezigheid in de hennepkwekerij van kalkafzetting op het zeil en aan de onderzijde van de plantenpotten (zie 3.11);
- de vervuiling van het filterdoek van de in de kwekerij aangetroffen koolstoffilters (zie 3.11);
- de aanwezigheid van stof op de kweekapparatuur en deurkozijn in de hennepkwekerij (zie 3.11);
- de aanwezigheid in de hennepkwekerij van knipschaartjes met daarop hennepresten (zie 3.11);
- de in de hennepkwekerij aangetroffen potgrond met daarin gebruikte stekblokjes/rondjes met wortelresten (zie 3.11).
- de omstandigheid dat de woning sinds maart of april 2018 werd gehuurd met het doel om er hennep in te gaan kweken, terwijl de hennepkwekerij is ontdekt op 31 juli 2019 en een kweekcyclus gemiddeld 10 weken bedraagt (zie 3.12);
- de omstandigheid dat in september 2018 een direct omwonende van de woning een melding maakte van stankoverlast en in oktober 2018 door een politieambtenaar in de directe omgeving een hennepgeur werd geconstateerd (zie 3.12);
- de aanwezigheid van verdroogde resten van hennepplanten en hennepstekjes in de kweekruimten (zie 3.12);
- de aanwezigheid in de kweekruimten van een op kalk gelijkende afzetting op het zeil en aan de onderzijde van de potten (zie 3.12);
- de aanwezigheid van stof op de kweekapparatuur en elektra in de hennepkwekerij (zie 3.12);
- de in de woning aangetroffen potgrond met daarin gebruikte stekblokjes/rondjes met wortelresten (zie 3.12);
- de aanwezigheid in de woning van overalls met daarop hennepresten (zie 3.12).