Tijdens de doorzoeking op 11 april 2016 zijn o.a. digitale gegevensdragers in beslag genomen. De informatie op deze digitale gegevensdragers zijn door justitie veilig gesteld. Uit deze gegevens leiden wij af dat [belanghebbende] B.V. gebruik heeft gemaakt van (buitenlandse) werknemers die niet in de financiële administratie zijn verantwoord;
- In een WhatsApp bericht van 12 oktober 2013 meldt [naam 2] “Hee [bestuurder 1] ik ben al heel de week ziek en dacht dat ik wel kon werken maar voel me echt niet goed lig al heel de nacht wakker dus ik kom morge niet goed”. Opgemerkt wordt: 13 oktober 2013 is een zondag.
- In een WhatsApp bericht van 10 juni 2015 meldt [naam 2] “Hee ik moet vrijdag wel stage lopen dus kan niet extra komen”.
- In een WhatsApp bericht van 10 november 2015 meldt [naam 2] aan de heer [bestuurder 1] : “Hee [bestuurder 1] in ben voort op vrijdag vrij (de komende 7 weken zoiezo) is het goed als ik dan de komende tijd op vrijdag kom ipv zaterdag?”
- In een WhatsApp bericht van 20 februari 2014 meldt de heer [bestuurder 1] “……geht zu ein Bauernhof das ich miete für meine Arbeiter……”. Met ingang van december 2013 huurt [belanghebbende] B.V. een pand op de [adres 1] te [plaats 2] voor een bedrag van € 1.250 per maand. Een gedeelte van dit pand wordt onderverhuurd voor een bedrag van € 400 per maand (facturen van deze onderverhuur zijn niet aanwezig en de huur wordt contant ontvangen).
- In een WhatsApp bericht van 29 september 2014 vraagt [Kft.] . aan de heer [bestuurder 1] “Ab wann muss Arbeiters? Ca. 8 stunde 5€=40€ 22 tag 880€. Mit wohnung”. Hierop antwoordt de heer [bestuurder 1] “Kannst du für mich zwei mit bringen? 2 Man”. Vervolgens antwoordt [Kft.] . “Ja”.
- In een WhatsApp bericht van 1 november 2014 vraagt [Kft.] . aan de heer [bestuurder 1] “Ab wann? Wieviel € Verdinung?”. Hierop antwoordt de heer [bestuurder 1] “So schnell wie geht”, waarop [Kft.] . nogmaals vraagt “Wieviel € ?”. Tevens geeft [Kft.] . aan “Ich weiss ein gute Man”. Hierop antwoordt de heer [bestuurder 1] met “Erste monat 5 und dann ein bischen mehr?”. Vervolgens antwoordt de heer [bestuurder 1] “Und wohnung muss nicht bezahlen” alsmede “Erste December anfangen?”.
- In een WhatsApp bericht van 11 maart 2015 gericht aan [directeur Kft.] , directeur [Kft.] ., schrijft de heer [bestuurder 1] “Arbeiterin fängt jetzt an. Arbeiterin fängt diese oder nächste Wochen an Hat email Adresse van [naam 3] Ist ganz gut”.
- In een WhatsApp bericht van 21 april 2015 gericht aan [directeur Kft.] , directeur [Kft.] ., schrijft de heer [bestuurder 1] “Arbeiter 2 neue”. Hierop appt [directeur Kft.] “Laci?”, waarop de heer [bestuurder 1] reageert met “Ja Geht auch zurück 1 Monat”. Hierop appt [directeur Kft.] “Wieviel €/ stunde? Mit Wohnung” en antwoordt de heer [bestuurder 1] met “5”.
- In een WhatsApp bericht van 22 april 2015 gericht aan [directeur Kft.] , directeur [Kft.] ., schrijft de heer [bestuurder 1] “Arbeiters !!”, waarop [directeur Kft.] antwoordt “Ok”.
- In een WhatsApp bericht van 24 april 2015 gericht aan [directeur Kft.] , directeur [Kft.] ., schrijft de heer [bestuurder 1] “Arbeiters?”, waarop [directeur Kft.] antwoordt “Abend weisse ich Ich rufe”.
- In een WhatsApp bericht van 25 april 2015 afkomstig van [directeur Kft.] , directeur [Kft.] ., aan de heer [bestuurder 1] schrijft deze “2 arbeiters ganz2gut”. Hierop antwoordt de heer [bestuurder 1] met smiley’s, waarop [directeur Kft.] appt “10.mai?”.
- In een WhatsApp bericht van 18 mei 2015 gericht aan [directeur Kft.] , directeur [Kft.] ., schrijft de heer [bestuurder 1] “Und Arbeiter” . Hierop vraagt [directeur Kft.] “Neue?”, waarop de heer [bestuurder 1] appt “Ja”. Vervolgens appt [directeur Kft.] “Wieviel?”.
- In een WhatsApp bericht van 24 mei 2015 gericht aan [directeur Kft.] , directeur [Kft.] ., appt de heer [bestuurder 1] “Gute Arbeiter”. Hierop antwoordt [directeur Kft.] met “Nicht wie [naam 4] ”. Vervolgens appt de heer [bestuurder 1] “ [naam 4] nicht schlecht. Hat hier ganz gut gearbeitet” waarop [directeur Kft.] appt “Junge nicht gut?”. Hierop antwoordt de heer [bestuurder 1] “Doch. Aber [naam 5] weg Brauch ein gute Bischen Chef. Jung eist Arbeiter Muss alles sagen”.
- In een WhatsApp bericht van 27 mei 2015 gericht aan [directeur Kft.] , directeur [Kft.] ., appt de heer [bestuurder 1] “Arbeiter !!!!”. Hierop appt [directeur Kft.] “Ok”.
- In een WhatsApp bericht van 7 juni 2015 gericht aan [directeur Kft.] , directeur [Kft.] ., appt de heer [bestuurder 1] “Arbeiter noch geguckt?”. Hierop antwoordt [directeur Kft.] “Ja Aber noch nicht perfekt”.
- In een WhatsApp bericht van 15 oktober 2015 afkomstig van [directeur Kft.] , directeur [Kft.] ., appt deze aan de heer [bestuurder 1] “Wievel arbeiters muss in Januar und ganz pünktlich wann?”.
- In een WhatsApp bericht van 26 oktober 2015 gericht aan [directeur Kft.] , directeur [Kft.] ., appt de heer [bestuurder 1] “17 bis 30 januar 2 Arbeiters”. Hierop antwoordt [directeur Kft.] met “Ok”.
- In de digitale bestanden welke op 11 april 2016 in beslag zijn genomen zijn twee vliegtickets van Wizz Air aangetroffen op naam van Mr. [naam 6] . Op 22 december 2015 wordt gevlogen van [plaats 3] naar [plaats 4] (Hongarije) en op 29 december van [plaats 4] naar [plaats 3] .
- Op 6 november 2015 heeft de heer [bestuurder 1] een controle arbeidsongeschiktheid gehad bij De Amersfoortse naar aanleiding van een ongeval op 15-09-2015. In deze controle heeft hij verklaard dat hij als gevolg van het ongeluk maar een halve pagina begrijpend kan lezen en formulieren door zijn personeel moet laten invullen. Tevens geeft hij aan dat hij op dat moment maar 5 uur in zijn onderneming werkt en hierin zijn personeel aanstuurt.
- In een WhatsApp bericht van 30 november 2015 stuurt ene [naam 7] het volgende bericht naar de heer [bestuurder 1] “Je bent erg goede baas”
- In een WhatsApp bericht van 3 december 2015 stuurt ene [naam 7] het volgende bericht naar de heer [bestuurder 1] “Goedemorgen. Vandaag word ik een vrije dag?” en “maar alleen als we zijn niet genoeg. Ik wil niet iemand terug sturen naar Hongarije, want iedereen houdt om hier te werken”.
- In een WhatsApp bericht van 4 december 2015 stuurt ene [naam 7] het volgende bericht naar de heer [bestuurder 1] “Vandaag had ik twee vrouwen hier weer, maar vader niet uit te gaan in de tuin”.
- In een WhatsApp bericht van 9 december 2015 stuurt ene [naam 7] het volgende bericht naar de heer [bestuurder 1] “Ik vergat te vragen. Ik krijg een vrije dag morgen?”.
- In een WhatsApp bericht van 30 december 2015 stuurt ene [naam 7] het volgende bericht naar de heer [bestuurder 1] “Ik zal een vrije dag morgen als je het niet erg? [naam 8] zei geen probleem”.
- In een WhatsApp bericht van 2 januari 2016 stuurt ene [naam 7] het volgende bericht naar de heer [bestuurder 1] “Ik stuurde e-mail naar het ticket. U kunt afdrukken?”.
- In de digitale bestanden welke op 11 april 2016 in beslag zijn genomen is tevens een foto aangetroffen met daarop de heer [bestuurder 1] , de heer [stagiaire] (welke middels een re-integratie regeling bij [belanghebbende] B.V. werkzaam is) alsmede twee andere personen (met Oost-Europees uiterlijk) in bedrijfskleding. Mogelijk zijn deze twee personen [naam 7] en zijn vader.
- In een WhatsApp bericht van 1 januari 2016 stuurt [werkneemster] het volgende bericht naar de heer [bestuurder 1] “Hoi ik slaap niet op de kennel vannacht. Grt”.
- In een reactie per email aan de belastingdienst antwoordt [klant] dat zij bij de aankoop van haar hond op 25 mei 2014 is geholpen door een Poolse mevrouw welke matig Nederlands sprak (opm. controlemedewerkers: waarschijnlijk is hier sprake van een Hongaarse mevrouw).
Daarnaast is uit onderzoek het volgende vastgesteld:
De [stagiaire] verricht middels een re-integratietraject vanaf 1 juni 2015 tot 1 juni 2016 werkzaamheden binnen [belanghebbende] B.V. Het re-integratietraject wordt begeleid door [b.v. 1] B.V. te [plaats 3] . In het onderzoek is een melding aangetroffen van de politie de dato 06-08-2014. In deze melding is vastgelegd dat de heer [stagiaire] tezamen met de [werknemer 1] werkzaamheden aan het verrichten was bij de [adres 1] te [plaats 2] . Hieruit valt op te maken dat de heer [stagiaire] al vóór 1 juni 2015 werkzaam was binnen [belanghebbende] B.V. De heer [stagiaire] geniet al jaren een uitkering. Aangenomen mag worden dat de heer [stagiaire] deze werkzaamheden in elk geval in de periode 06-08-2014 tot 01-06-2015 heeft verricht.
Tevens is uit getuigenverklaringen gebleken dat ene [werknemer 2] uit Albanië
werkzaam is binnen [b.v. 2] . Uit moneytransfers is gebleken dat op
09-04-2011 een bedrag van € 5.000 is overgeboekt naar [naam 9] te Albanië
via Moneygram international payment systems Inc., [adres 2] te [plaats 3]
en op 13 mei 2014 een bedrag van € 1.039 naar [werknemer 2] te Albanië via Goffin
change, [adres 3] te [plaats 3] . De overboekingen zijn verricht door
[ naam 1] , maar aangenomen kan worden dat dit namens [b.v. 2] is
geschied. Gesteld kan worden dat [werknemer 2] in elk geval tot mei 2014 werkzaam
is geweest binnen [b.v. 2] .”