In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de herziening en terugvordering van zijn uitwonendenbeurs op grond van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000). De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) heeft met een besluit van 30 juni 2021 de uitwonendenbeurs van eiser herzien naar een thuiswonendenbeurs, en heeft tevens de te veel betaalde studiefinanciering teruggevorderd. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar zijn bezwaar werd ongegrond verklaard door DUO. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft op de zitting van 22 december 2022 de argumenten van beide partijen gehoord. Eiser stelt dat hij in de relevante periode woonachtig was op het BRP-adres, terwijl DUO betoogt dat eiser niet op dat adres woonde. De rechtbank heeft vastgesteld dat DUO voldoende bewijs heeft geleverd dat eiser in de maanden maart 2021 tot en met december 2021 niet op het BRP-adres woonde, en dat de herziening van de uitwonendenbeurs en de terugvordering van de studiefinanciering terecht zijn gehandhaafd. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser ongegrond is en wijst het verzoek om schadevergoeding af.