In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 9 mei 2022. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de voldoening op aangifte van motorrijtuigenbelasting (MRB) van 27 januari 2022, welke door de inspecteur ongegrond was verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 18 augustus 2023 behandeld, waarbij belanghebbende niet aanwezig was. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op teruggaaf van de MRB, omdat zijn plug-in hybride auto niet voldoet aan de voorwaarden voor het kortingstarief. De CO2-uitstoot van de auto bedraagt 66 gram per kilometer, wat boven de vereiste 50 gram ligt voor het 50%-tarief. Het beroep op het vertrouwensbeginsel, gebaseerd op informatie van de Rijksoverheid, wordt verworpen, omdat de Rijksoverheid niet betrokken is bij de uitvoering van de Wet MRB. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is voor de periode van 21 december 2021 tot en met 20 januari 2022 en niet-ontvankelijk voor de perioden daarna. Belanghebbende krijgt geen teruggaaf van de MRB en ook geen vergoeding van proceskosten.