ECLI:NL:RBZWB:2023:5764

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 augustus 2023
Publicatiedatum
17 augustus 2023
Zaaknummer
AWB- 22_5673
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag Hoog Persoonlijk Kilometer Budget door FMMU Advies B.V. en beoordeling door de rechtbank

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 augustus 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Hoog Persoonlijk Kilometer Budget (HPKB) beoordeeld. Eiseres had haar aanvraag ingediend op 29 juli 2022, maar deze werd op 27 september 2022 afgewezen door de directie van FMMU Advies B.V., nu medTadvies B.V., omdat zij in staat zou zijn om met de trein te reizen, eventueel met hulpmiddelen en begeleiding. Eiseres maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Hierop volgde het beroep bij de rechtbank.

De rechtbank heeft de zaak op 7 juli 2023 behandeld, waarbij eiseres en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag op basis van het Indicatieprotocol HPKB terecht was. Eiseres beschikte over een Valys-pas en had medische beperkingen, maar de rechtbank oordeelt dat deze niet voldoende zijn om te concluderen dat zij niet met de trein kan reizen. De arts van verweerder had voldoende informatie om de medische situatie van eiseres te beoordelen, en de rechtbank oordeelt dat er geen nieuwe medische informatie is gepresenteerd die de afwijzing zou kunnen rechtvaardigen.

Daarnaast oordeelt de rechtbank dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die afwijking van het Protocol rechtvaardigen. Eiseres had geen begeleiding en haar familie woonde ver weg, maar dit was niet voldoende om het HPKB toe te kennen. De rechtbank concludeert dat de beslistermijn niet is overschreden en verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt haar griffierecht niet terug.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/5673 BELEI

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 augustus 2023 in de zaak tussen

[naam 1], uit [plaatsnaam], eiseres,

en
de directie van FMMU Advies B.V., nu genaamd medTadvies B.V [1] ,verweerder.

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om in aanmerking te komen voor een Hoog Persoonlijk Kilometer Budget (HPKB).
In het besluit van 27 september 2022 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres voor een HPKB afgewezen, omdat eiseres eventueel met gebruik van een hulpmiddel, zoals een rolstoel of scootmobiel, en begeleiding nog met de trein kan reizen. Eiseres heeft tegen dat besluit bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 24 november 2022 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard en het primaire besluit in stand gelaten.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 7 juli 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres en [naam 2] als gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank beoordeelt de afwijzing van het verzoek om een HPKB aan de hand van de argumenten die eiseres heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Feiten
1.1.
Eiseres beschikt over een Valys-pas voor taxivervoer voor ouderen en mensen met een chronische ziekte of handicap. Daarmee kan zij per jaar 700 kilometer met de taxi reizen tegen een tarief van € 0,20,- per kilometer.
1.2.
Op 29 juli 2022 (ontvangen op 5 augustus 2022) heeft eiseres een aanvraag ingediend om in aanmerking te komen voor een HPKB. Eiseres heeft bij haar aanvraag melding gemaakt van een longziekte (fibrose) en een visuele beperking.
1.3.
Met het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen, omdat eiseres eventueel met gebruik van een hulpmiddel, zoals een rolstoel of scootmobiel, en begeleiding nog met de trein kan reizen.
1.4.
In het bestreden besluit is verweerder bij de afwijzing gebleven. Verweerder acht eiseres in staat om met de trein te reizen, al dan niet met persoonlijke begeleiding en/of een hulpmiddel. Verweerder is daarbij uitgegaan van de medische beoordeling van zijn arts [naam 3], die telefonisch met eiseres heeft gesproken en beschikte over de door eiseres toegezonden medische gegevens.
Waar wordt een aanvraag voor een HPKB aan getoetst?
2. De rechtbank stelt vast dat het “Indicatieprotocol hoog persoonlijk kilometerbudget” (hierna: het Protocol) de grondslag voor de beoordeling van een aanvraag om een HPKB vormt. Uit het Protocol volgt dat een aanvrager in aanmerking komt voor een HPKB als:
de aanvrager beschikt over een Wmo-vervoersvoorziening, een Wmo-rolstoel, scootmobiel of OV-begeleiderskaart en
gebruik moet maken van een rolstoel of scootmobiel waarvan gewicht, en/of maatvoering in combinatie met de aanvrager (de zogenoemde ‘mens- machinecombinatie’) zodanig is dat deze de grenzen van mogelijkheid tot hulpverlening door de NS overschrijden, en/of
door persoonsgebonden medische beperkingen van chronische aard vanuit strikt medische optiek niet in staat is met de trein te reizen.
Verweerder gaat er bij de beoordeling van uit dat pashouders bij het reizen zo nodig gebruik maken van individuele begeleiding en/of de door NS en Valys ter beschikking gestelde voorzieningen, zoals invalidetoiletten in de stations en in de treinen en NS-assistentieverlening. De aanvrager van het HPKB is zelf verantwoordelijk voor het verzorgen van eventuele begeleiding tijdens de reis. Onderdeel van de inhoudelijke beoordeling is of er sprake is van een uitzonderlijke situatie die afwijking van de criteria van in het Protocol rechtvaardigt.
Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) – de hoogste bestuursrechter in dit soort zaken – gaan de in het Protocol neergelegde toekenningscriteria de grenzen van een redelijke beleidsbepaling niet te buiten. [2] Dit betekent dat verweerder bij het beoordelen van de aanvraag van eiseres dit Protocol kan toepassen.
Is eiseres – strikt medisch bezien – in staat om met de trein te reizen?
3.1.
Eiseres stelt zich op het standpunt dat de arts van verweerder eiseres niet fysiek heeft gezien. Daarnaast duurde de telefonische hoorzitting heel kort, namelijk maar drie minuten. Haar eigen huisarts stelt dat het voor eiseres onmogelijk is om per trein te reizen, vanwege haar ademnood, de longaandoening en hartfalen waar zij last van heeft. Dit is volgens eiseres niet meegenomen in de beoordeling.
3.2.
Verweerder stelt hiertegenover dat het besluit over een aanvraag wordt genomen op basis van dossieronderzoek van de door eiseres aangeleverde medische informatie en documentatie. Het is daarbij aan eiseres om aan te tonen dan wel aannemelijk te maken dat zij niet met een trein kan reizen. Een door eiseres gewenste medische keuring zou in dit geval geen toegevoegde waarde hebben, omdat de door eiseres gestelde aandoeningen en beperkingen niet worden betwist. Op basis van de toegezonden medische informatie heeft de arts de medische beperkingen van eiseres voldoende kunnen vaststellen en een duidelijk beeld kunnen vormen over haar beperkingen ten aanzien van het reizen per trein. Om deze reden kon er worden afgezien van het inwinnen van inlichtingen bij de behandelend arts. [3] Het gaat slechts om de beoordeling of eiseres vanuit zuiver medisch oogpunt in staat is om met de trein te reizen, al dan niet met assistentie, begeleiding en/of een hulpmiddel. [4] Het ontbreken van begeleiding leidt niet tot een toekenning van het HPKB. Het vinden van een begeleider is de verantwoordelijkheid van eiseres en valt buiten de kaders van het Protocol.
Daarnaast stelt verweerder dat een telefonische hoorzitting de gelegenheid geeft om het bezwaar toe te lichten en eventuele (nieuwe) medische informatie te melden. Tijdens dit gesprek heeft eiseres het bezwaar toegelicht en aangegeven dat er geen sprake was van nieuwe medische informatie. Daardoor heeft het gesprek niet lang geduurd.
3.3.
De rechtbank is van oordeel dat het onderzoek zorgvuldig heeft plaatsgevonden. De arts heeft zich een duidelijk beeld kunnen vormen over de beperkingen van eiseres ten aanzien van het reizen met de trein. Zo was de arts op de hoogte van het feit dat eiseres niet in staat is om ver te lopen en snel kortademig en moe wordt. Daarnaast heeft de arts, anders dan eiseres meent, de informatie van de huisarts beoordeeld en meegewogen. Verweerder ontkent niet dat eiseres long- en visuele problemen heeft. Er is tijdens de hoorzitting echter geen nieuwe (medische) informatie naar voren gebracht waaruit blijkt dat verweerder het HPKB alsnog had moeten toekennen. Eiseres heeft ter zitting ook bevestigd en toegelicht dat er geen sprake is van nieuwe (zwaardere) medische beperkingen. Verweerder heeft ter zitting desgevraagd gemotiveerd dat de zuurstoftherapie intensief moet zijn voordat eiseres op grond van het Protocol recht heeft op het HPKB. De rechtbank kan verweerder volgen in de stelling dat dit blijkt niet uit de overgelegde medische stukken en de toelichting die eiseres ter zitting. Het Protocol heeft strikte regels waaraan moet worden voldaan. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat uit de door eiseres ingebrachte (medische) informatie niet blijkt dat zij, strikt medisch bezien, niet in staat is om eventueel met behulp van NS-assistentie met de trein te reizen. Het beroep kan in zoverre niet slagen.
Is er sprake van een bijzondere omstandigheid die afwijking van het Protocol rechtvaardigt?
4.1.
Eiseres heeft gesteld dat zij geen begeleiding heeft, omdat haar familie ver weg woont. Zij wil het HPKB gebruiken om haar familie te kunnen bezoeken.
4.2.
Verweerder stelt dat dit op zichzelf geen bijzondere omstandigheid is die afwijking van het Protocol rechtvaardigt. De eindbestemming van de reis mag niet worden meegenomen in de beoordeling van het HPKB. Er kan enkel sprake zijn van een uitzondering als het dichtstbijzijnde station met NS-assistentieverlening op een te grote afstand ligt van de woonplaats van de aanvrager. In het geval van eiseres is het dichtstbijzijnde station met NS-assistentieverlening gelegen in [plaatsnaam] en daar kan eiseres gebruik van maken.
4.3.
De rechtbank is van oordeel dat er geen sprake is van een bijzondere omstandigheid die afwijking van het Protocol rechtvaardigt. Door eiseres is niet betwist dat zij kan reizen via station [plaatsnaam] en dat daar NS-assistentie kan worden aangevraagd. Door de gemachtigde van verweerder is ter zitting afdoende toegelicht dat de NS personeel heeft aangenomen, om de problemen met personeelstekorten op te lossen. Daarnaast kan eiseres zelf een persoonlijk begeleider regelen of hulp aanvragen via de gemeente of Valys. De rechtbank is van oordeel dat ook in de leeftijd van eiseres of het feit dat haar familie ver weg woont geen aanleiding kan worden gevonden om het HPKB alsnog toe te kennen. Hoezeer de rechtbank ook invoelbaar acht dat eiseres haar familie wil bezoeken zolang haar gezondheid dat toelaat. Dit betekent dat verweerder op goede gronden het verzoek om een HPKB heeft afgewezen.
Is de beslistermijn overschreden?
5.1.
Eiseres stelt dat zij acht weken op een beslissing over haar aanvraag heeft moeten wachten.
5.2.
Verweerder stelt dat in de ontvangstbevestigingsbrief is aangegeven dat een termijn van acht weken wordt gehanteerd. Deze termijn is niet overschreden.
5.3.
De rechtbank is van oordeel dat de beslistermijn niet is overschreden. Eiseres heeft op 29 juli 2022 het aanvraagformulier ingediend. Bij brief van 5 augustus 2022 heeft verweerder de ontvangst van het aanvraagformulier bevestigd. Daarnaast heeft verweerder aangegeven dat eiseres binnen acht weken bericht zal ontvangen. Dit betekent dat eiseres uiterlijk 30 september 2022 geïnformeerd zou worden. Het primaire besluit is gedateerd op 27 september 2022 en daarom naar oordeel van de rechtbank binnen de toegezegde termijn bekendgemaakt. Ook de wettelijke beslistermijn [5] is in acht genomen.

Conclusie en gevolgen

6. De rechtbank zal het beroep ongegrond verklaren. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.
7. Nu het beroep ongegrond zal worden verklaard, krijgt eiseres haar griffierecht niet terug.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, in aanwezigheid van mr. S.A. de Roo, griffier op 18 augustus 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Voetnoten

1.In zaken als deze werden de bevoegdheden voorheen door de Forensische Medische Maatschap Utrecht (FFMU) Advies B.V. handelend onder de naam Hoog PKB uitgevoerd. Vanaf 1 januari 2021 is FFMU opgegaan in medTzorg B.V. MedTzorg B.V. behoort samen met medTadvies B.V. tot de MedTzorg Groep.
2.CRvB 15 augustus 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2554, CRvB 23 maart 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1189 en CRvB 13 juni 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BW8656.
3.Verweerder verwijst naar CRvB 24 juni 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BJ3026.
4.Verweerder verwijst naar CRvB 9 december 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BK5915.
5.Deze beslistermijn is neergelegd in artikel 3:18 van de Algemene wet bestuursrecht.