Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 6 juli 2023 in de zaak tussen
[belanghebbende 1] , uit [plaats] , meneer,
[belanghebbende 2] , uit [plaats] , mevrouw,
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur,
de Minister van Veiligheid en Justitie, de Minister.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
het woonhuis met ondergrond, erf, tuin en verdere aanhorigheden, gelegen te (…), sectie H, [nummer 1] , ter grootte van (…) (67a en 55 ca),
een perceel grond met toebehoren, gelegen (…), sectie H, [nummer 2] , ter grootte van (…) (35a en 78 ca),
- een woonhuis van 98,97 m2 met aanbouw van 211,48 m2 (het woonhuis);
- een bij het woonhuis gelegen (sier)tuin (de tuin);
- een gebouw dat dienst heeft gedaan als melkveestal van 843,85 m2 (de grote melkveestal);
- een gebouw dat dienst heeft gedaan als machineloods, opslagloods en / of kleinveestal van 350,14 m2 (de loods);
- een gebouw dat dienst heeft gedaan als melkveestal van 352,26 m2 (de kleine melkveestal);
- een perceel grond waarop de hiervoor genoemde gebouwen zijn gelegen, welk perceel – met uitzondering van de tuin – is verhard. Op het perceel zijn mest- en kuilplaten aanwezig.
- de grote melkveestal is niet in gebruik en het is de bedoeling om deze te slopen;
- de loods is in gebruik als hooiopslag, er staan een fiets en een grasmaaier en er ligt gereedschap;
- in de kleine melkveestal staan de (privé)paarden van belanghebbenden;
- met de mest- en kuilplaten gebeurt niets, hier wordt in de toekomst wellicht een paardenbak ontwikkeld;
- op de landbouwgrond lopen de (privé)paarden van belanghebbenden.
Motivering
- de grootte van de grote melkveestal, de loods, de kleine melkveestal en de landbouwgrond ten opzichte van het woonhuis (zie 3.4);
- belanghebbenden hebben, tegenover de gemotiveerde betwisting door de inspecteur, niet aannemelijk gemaakt dat de gebruiksmogelijkheden van het woondeel en het resterende deel over en weer worden vergroot of verbeterd;
- de inspecteur heeft onweersproken gesteld dat het resterende deel oorspronkelijk is ontworpen en gebouwd voor agrarisch gebruik;
- de inspecteur heeft onweersproken gesteld dat de bouwstijl van de gebouwen die tot het resterende deel behoren afwijkt van de bouwstijl van het woonhuis;
- het woondeel is fysiek gescheiden van het resterende deel (zie 3.4 en 3.5);
- belanghebbenden hebben ter zitting verklaard dat de grote melkveestal niet wordt gebruikt en eigenlijk gesloopt moet worden en dat de mest- en kuilplaten evenmin worden gebruikt;
- belanghebbenden hebben ter zitting verklaard dat de afstand tussen het woonhuis en de kleine melkveestal 40 tot 50 meter bedraagt;
- de landbouwgrond ligt op een ander kadastraal perceel dan het woondeel (zie 3.3).
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- veroordeelt de Minister tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbenden tot een bedrag van € 750 elk;
- gelast dat de Minister het door belanghebbenden betaalde griffierecht aan hen vergoedt tot een bedrag van € 49.
Rechtsmiddel
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;