Op 3 juli 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in tien beroepen tegen het Wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden van de minister voor Natuur en Stikstof, dat op 22 november 2022 is vastgesteld. De eisers, agrarische ondernemers, vreesden voor de gevolgen van het wijzigingsbesluit voor hun bedrijven, aangezien het besluit betrekking heeft op het Natura 2000-gebied Manteling van Walcheren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de formeel bevoegde rechtbank Gelderland de Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft gevraagd om de zaken te behandelen, wat is goedgekeurd. De zitting vond plaats op 27 juni 2023, waarbij de eisers en hun vertegenwoordigers aanwezig waren, terwijl enkele eisers niet verschenen. De minister werd vertegenwoordigd door mr. R.H.M. Sipman en ir. D. Bal.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard. De eisers voerden aan dat het toevoegen van het habitattype H1330B aan de Manteling van Walcheren schadelijk zou zijn voor hun agrarische activiteiten, omdat dit habitattype afhankelijk is van zoutwater, terwijl het Veerse Meer, dat aan het gebied grenst, tot 2004 een zoetwatermeer was. De rechtbank oordeelde echter dat de minister verplicht was om alle habitattypen en soorten die in een Natura 2000-gebied in meer dan verwaarloosbare mate voorkomen, aan te wijzen of toe te voegen. De rechtbank concludeerde dat de minister de natuurwaarden van het Veerse Meer niet had gewijzigd en dat de toevoeging van het habitattype H1330B aan de Manteling van Walcheren gerechtvaardigd was, omdat het habitattype op de peildatum aanwezig was in het gebied.
De rechtbank benadrukte dat bij de aanwijzing van Natura 2000-gebieden geen rekening mag worden gehouden met economische belangen van bedrijven. De beroepen van de eisers werden ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.