In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 juni 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld over de afwijzing van haar aanvraag om bijzondere bijstand voor woonkosten op grond van de Participatiewet. Eiseres, die een uitkering op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW) ontvangt, heeft haar aanvraag ingediend bij Orionis Walcheren, die deze heeft afgewezen met het argument dat de gekozen inrichting niet de goedkoopste adequate oplossing is. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Hierop heeft zij beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in een zorginstelling verblijft en dat haar AOW-uitkering niet voldoende is om haar woonkosten te dekken. Eiseres heeft aangevoerd dat zij recht heeft op bijzondere bijstand voor deze kosten, omdat deze niet onder de Wet langdurige zorg vallen en zij niet over voldoende middelen beschikt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de woonkosten als algemene kosten van bestaan moeten worden beschouwd, die in beginsel uit het inkomen op bijstandsniveau moeten worden voldaan. Dit betekent dat eiseres geen recht heeft op bijzondere bijstand voor haar woonkosten.
De rechtbank heeft ook het beroep op het vertrouwensbeginsel verworpen, omdat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat er toezeggingen zijn gedaan door Orionis die haar recht op bijzondere bijstand zouden ondersteunen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen reden voor een proceskostenveroordeling.