In het controlerapport boekenonderzoek staat, ten aanzien van de horloges, het volgende:
“
4.1 Intracommunautaire leveringen horloges
In de periode 26 mei 2017 tot en met 13 oktober 2018 kocht en verkocht [belanghebbende] 15 [merk] horloges met een totale verkoopwaarde van € 250.350 exclusief BTW.
13 Horloges zijn in Nederland ingekocht bij [juwelier] , 2 bij [juwelier] .
Alle horloges zijn door [belanghebbende] gefactureerd aan [B.V. 2] in [plaats 4] . Uit nader onderzoek blijkt dat voorafgaand aan de eerste horloge-aankoop door [belanghebbende] er 3 [merk] horloges met een verkoopwaarde van € 72.000 werden aangekocht door de heer [gemachtigde] bij de Nederlandse onderneming [B.V. 8] die op verzoek van de heer [gemachtigde] rechtstreeks moesten worden gefactureerd aan [B.V. 2] en dus niet door middel van facturering via [belanghebbende] .
De onderneming [B.V. 2] vervult een belangrijke rol. Tijdens het onderzoek bij [belanghebbende] ter plaatse verklaarde de heer [gemachtigde] aan ondergetekenden dat wij vragen over transacties aan en van [B.V. 2] direct aan hem konden stellen. Een apart verzoek door ons om inlichtingen betreffende [B.V. 2] via de Duitse Belastingdienst was volgens hem overbodig, omdat hij alle vragen zou kunnen beantwoorden.
(…)
Op de [merk] computer van de heer [gemachtigde] in [plaats 1] is de facturering aangetroffen van transacties door [belanghebbende] aan [B.V. 2] , maar ook van transacties door [B.V. 2] aan derden.
(…)
Tijdens ons onderzoek zijn ook de horlogetransacties die door [belanghebbende] zijn uitgevoerd fiscaal aan de toets onderworpen voor de juistheid van de toepassing van het 0-procent tarief in verband met intracommunautaire leveringen.
Beoordeling Horlogetransacties.
Als bijlage 1 bij dit rapport is een schema gevoegd van de aan- en verkopen van 15 [merk] horloges. De volgende bevindingen inzake deze transacties zijn fiscaal van belang.
➢ Alle horloges zijn door [belanghebbende] tegen 0% gefactureerd aan [B.V. 2] .
➢ Uit de computer van de heer [gemachtigde] te [plaats 1] blijkt dat [B.V. 2] van de 13 aankopen in 2017 er 9 heeft doorgefactureerd aan [B.V. 3] Dit betreft de onderneming:
[B.V. 3] [adres 2] [plaats 2] . Branchecode KvK: [Y] . Eigenaar/bestuurder van deze vennootschap is de heer [eigenaar] . De heer [eigenaar] deed op 9 juni 2017 aangifte bij de politie wegens misbruik van de identiteit van zijn vennootschap [B.V. 3] Zowel uit de administratie op de [merk] computer van de heer [gemachtigde] als uit de documenten aangetroffen in zijn kantoorruimte te [plaats 1] , blijkt dat de heer [gemachtigde] beschikt over zowel inkoop- als verkoopfacturen en creditnota's op naam van [B.V. 3] Vermoedelijk factureert de heer [gemachtigde] aan en namens [B.V. 3]
➢ Tijdens een fiscale controle bij [B.V. 3] zijn in de administratie de betreffende horlogetransacties niet aangetroffen.
➢ Niettegenstaande de op de computer van de heer [gemachtigde] aangetroffen verkoopfacturen van [B.V. 2] aan [B.V. 3] heeft [B.V. 2] géén intracommunautaire leveringen opgegeven, zoals blijkt uit de systemen van de Belastingdienst. Omdat de heer [gemachtigde] kennelijk ook de facturen van [B.V. 2] vervaardigt, is dit ook relevant voor de afweging van de juistheid van de toepassing van het 0-procent tarief door [belanghebbende] .
➢ Door deze gang van zaken; factuur van [belanghebbende] aan [B.V. 2] en een direct gevolgde factuur van [B.V. 2] aan een Nederlandse ploffer raken (dure) goederen buiten het zicht van de Belastingdienst/overheid. De ploffers houden geen administratie bij of zorgen er voor dat die niet gecontroleerd kan worden. Facturen die door ploffers worden uitgeschreven zorgen voor een kostenpost en een aftrekbare BTW bij de afnemer, terwijl belastbare omzet bij de ploffer buiten beeld blijft en verschuldigde BTW niet wordt afgedragen.
➢ Alle zichtbare doorfactureringen door [B.V. 2] vonden vrijwel onmiddellijk na aankoopfacturen plaats aan Nederlandse afnemers/ploffers. De logica voor bonafide transacties is hierbij niet aanwezig. Het is niet logisch om dergelijke kostbare goederen twee keer -heen en terug- risicovol te vervoeren en daar kosten voor te maken, terwijl bekend is dat de goederen gewoon in Nederland worden geconsumeerd. De directe doorfactureringen na aankoop duiden hier immers op.
➢ [B.V. 2] adverteert niet op internet of andere wijze met horloges. [B.V. 2] heeft een zeer beperkte website van twee pagina's met de vermelding van de werkzaamheden met betrekking tot kentekenplaten. Hoe zouden de (potentiële) Nederlandse kopers op de hoogte kunnen zijn van de aangeboden exclusieve horloges?
➢ Zowel [belanghebbende] als [B.V. 2] heeft géén administratie bijgehouden met de (juiste) specificaties per horloge en een garantieadministratie, gegevens die in de branche van exclusieve horloges normaliter aanwezig zijn.
➢ De heer [naam 2] zegt dat hij zich niet bezig heeft gehouden met horlogetransacties. Dit stemt overeen met de contacten die de leveranciers in Nederland met de heer [gemachtigde] hadden. [naam 2] speelt daar geen rol in.
➢ De heer [gemachtigde] is de persoon van inkoop en verkoop voor zowel [belanghebbende] als voor [B.V. 2] .
➢ Deze bevindingen bevestigen het vermoeden dat de heer [gemachtigde] degene is die de papierstromen wel via [B.V. 2] liet lopen, maar direct daarbij ook de papierstroom van [B.V. 2] naar/via de Nederlandse ploffers heeft geregeld. Zie hiervoor ook de voorbeelden in dit rapport, zoals het voorbeeld in bijlage 4.
➢ De heer [gemachtigde] is precies op de hoogte van de werkzaamheden en de administratieve situatie van [B.V. 2] . Bankoverschrijvingsformlieren van [B.V. 2] zijn aangetroffen in de kantoorruimte van de heer [gemachtigde] te [plaats 1] . De heer [gemachtigde] is op de hoogte van het feit dat [B.V. 2] de aankopen van de horloges voldeed per bank nadat per horloge kort voor de betaaldatum eerst de betreffende bedragencontantwerden gestort op de bankrekening van [B.V. 2] .
➢ Dat de heer [gemachtigde] onder de naam/namens " [naam 2] " op kan treden is goed mogelijk. Tijdens de genoemde doorzoeking op 22 januari 2018 werd een stapel visitekaartjes van [naam 2] aangetroffen in de kantoorruimte van de heer [gemachtigde] .
➢ Van de 13 facturen aan [B.V. 2] zijn er 4 waarvan een CMR-document de levering zou moeten bevestigen. Deze CMR formulieren zijn echter niet afgetekend door de ontvanger. Slechts 1 CMR werd afgetekend door de ontvanger, maar dit horloge is aangetroffen in [plaats 1] (zie een van de volgende punten).
➢ Van de overige 9 facturen zijn er rekeningen van UPS waarop de verzending met de vermelding van horloges of alleen van gewicht van [plaats 1] naar [plaats 4] is vermeld.
➢ De omschrijving op deze verzendingen biedt geen zekerheid over de inhoud van de pakketten. Bij het opzetten van een structuur van carrouselfraude met BTW kan het een kwestie van kostenberekening zijn om een relatief geringe kostenpost als "vervoersbewijs" voor lief te nemen voor het creëren van een theoretisch "bewijs" voor een relevante teruggaaf omzetbelasting.
➢ Het op 8 november 2017 door [belanghebbende] aan [B.V. 2] gefactureerde horloge ad € 23.500 zou per UPS naar [plaats 4] zijn verzonden. Volgens bijlage 2 is dit bedrag ad € 23.500 echter contant door [belanghebbende] ontvangen! Dit suggereert dat er fysiek contant € 23.500 als betaling plaats vond, terwijl het horloge fysiek per UPS is verstuurd. Dat is niet logisch.
Het factuurnummer van [belanghebbende] is [nummer] . Dit nummer zien we terug op de omschrijving van de contante storting op de bank (bijlage 2 pagina's 1 en 2). Ook zien we dit factuurnummer terug op de "Bestëtigung der innergemeinschaftlichen Lieferung (pagina 3 bijlage 2)". Op pagina 4 van bijlage 2 zien we dat op de CMR [B.V. 2] (stempel rechtsonderaan) op "13/11/17" tekent voor ontvangst. Hier maakt de heer [gemachtigde] vermoedelijk de volgende fout: op het Shipment Receipt / UPS (pagina 5 van bijlage 2) staat als datum "13/11". Dit is echter niet de ontvangstdatum door [B.V. 2] , maar de ontvangstdatum van de bezorger van UPS in Duitsland. Zoals uit pagina 6 van bijlage 2 blijkt, is de levering van het pakket [nummer] uitgevoerd op 14/11/2017 om 12.34 uur en ontvangen door " [naam 2] ". Dus een dag later dan op de CMR is vermeld.
Résumé: er vond wel een zending door UPS plaats. Het CMR document is echter met een verkeerde datum ondertekend. De documenten bieden geen bewijs voor de inhoud van het pakket. De CMR kan gewoon in Nederland zijn opgemaakt. De overige bevindingen zoals in dit rapport verwoord wijzen op een gemanipuleerd geheel dat een onjuiste voorstelling van zaken geeft voor zaken die niet daadwerkelijk intracommunautair zijn geleverd.
➢ De eerste 3 horloges die [gemachtigde] bij de Nederlandse leverancier [leverancier] kocht werden rechtstreeks aan [B.V. 2] gefactureerd. [B.V. 2] factureerde die 3 horloges korte tijd later door aan 3 Nederlandse "Ploffers", die de door hen verschuldigde BTW niet aangaven c.q. niet afdroegen. Eén daarvan was de onderneming [B.V. 3] . Hoewel deze horloges niet via [belanghebbende] liepen, liep dit traject wel via de heer [gemachtigde] , die zelf de facturering verzorgde.
Hoe de heer [gemachtigde] hierbij optrad als vertegenwoordiger van [B.V. 2] wordt bijvoorbeeld bevestigd door zijn hiernavolgende email aan [leverancier] . Bij de onderneming [B.V. 8] is een derdenonderzoek ingesteld. Tijdens dit onderzoek is vastgesteld dat de correspondentie betreffende de aankoop van de horloges liep via " [gemachtigde] " met het emailadres [e-mailadres] .
[gemachtigde] mailt daarbij:
"Hierbij onze bedrijfsgegevens conform ons telefoongesprek heden middag:
(…)
Hoewel de correcties in dit rapport over [belanghebbende] gaan, geeft deze manier van werken aan hoe [gemachtigde] [B.V. 2] gebruikt, ook voor wat betreft de rol van [B.V. 2] bij [belanghebbende] . Het "onze" bedrijfsgegevens tekent de positie van [gemachtigde] bij en met [B.V. 2] .
➢ Uit documenten aangetroffen op het bureau van [gemachtigde] blijkt dat in "afrekeningen" voor substantiële bedragen die hij maakt met derden, [merk] een onderdeel vormen van de verrekende bedragen (zie bijlage 3, waarin voor € 15.000 Breitling en € 15.000 [merk] wordt verrekend). Dit maakt het aannemelijk dat de betreffende horloges niet intracommunautair zijn geleverd, maar (ook) voor andere doeleinden zijn gebruikt. (Tijdens de doorzoeking op 12 november 2018 werden meerdere [merk] horloges aangetroffen die hier tevens op kunnen duiden. In het kader van een strafrechtelijk onderzoek vond op 12 november 2018 wederom een doorzoeking plaats op het adres [adres 1] te [plaats 1] )
➢ Tijdens de doorzoeking op 12 november 2018 werd de [merk] met nummer [nummer]op het adres [adres 1] te [plaats 1] aangetroffen.Volgens een factuur van 1 oktober 2018 en een bijbehorende CMR van 1 oktober 2018 zou dit horloge teaen 0% intracommunautair zijn geleverd door [belanghebbende] aan [B.V. 2].
Deze bevinding onderstreept de overige feitelijke signalen die duiden op een (carrousel-)constructie met BTW waarbij facturen en aanvullende documenten een verhullende constructie vormen. Goederen worden niet daadwerkelijk Geleverd. Het 0%-tarief is niet van toepassing. Het horloge ligt in Nederland, op het adres van [belanghebbende] / [gemachtigde].
(…)
➢ Tijdens een doorzoeking bij [B.V. 2] in [plaats 4] op 12 november 2018 werd geen verkoopadministratie van de betreffende horloges aangetroffen. Een minimale verwachting bij de verkoop van dergelijke horloges is een juiste tenaamstelling met adresgegevens van de afnemers, een duidelijke betaalwijze, garantiecertificaten en een garantieadministratie.
➢ Tijdens die doorzoeking bij [B.V. 2] op 12 november 2018 op het bedrijfsadres in [plaats 5] werden blanco facturen met de briefhoofden van diverse Nederlandse ploffers uit het netwerk van [gemachtigde] en waarin hij direct of indirect een rol speelde aangetroffen. Dit is een extra signaal dat duidt op de betrokkenheid van [B.V. 2] en haar feitelijk bestuurder, de heer [gemachtigde] bij carrouselfraudetrajecten. Door met regelmaat op papier, in strijd met de werkelijkheid, een goederenstroom te creëren waarbij aan de fiscus wordt voorgespiegeld dat goederen aan [B.V. 2] zijn geleverd, welke goederen vervolgens door [B.V. 2] nagenoeg uitsluitend aan diverse Nederlandse ploffers worden doorgeleverd is [gemachtigde] willens en wetens een belangrijke initiator van carrouselfraude met het gevolg dat in Nederland te weinig btw wordt afgedragen.
➢ Uit de bankrekening van [B.V. 2] met nummer [nummer] blijkt hoe [B.V. 2] voorafgaand aan een betaling per bank aan [belanghebbende] eerst een kasstorting krijgt om deze betaling te kunnen doen. Wie het contante bedrag heeft betaald blijkt niet uit de bankrekening. Zie bijvoorbeeld de contante storting en de betaling voor de [merk] met nummer [nummer] die door [juwelier] op 27 juni 2017 aan [belanghebbende] is gefactureerd:
(…)
Op 3 juli 2017 is er contant € 32.000 gestort op de bankrekening van [B.V. 2] . Op 5 juli 2017 maakte [B.V. 2] € 29.350 over naar de bankrekening van [belanghebbende] .
Dit beeld geeft weer hoe de constructie werkt: door middel van een contante storting bij [B.V. 2] in Duitsland blijft een koper anoniem. [B.V. 2] maakt geld over naar [belanghebbende] . [belanghebbende] kan daarmee de juwelier betalen. [B.V. 2] maakt een factuur aan een Nederlandse ploffer. Het horloge is daarmee buiten beeld en niet zichtbaar is waar dit horloge is gebleven. Uit de administraties van zowel [belanghebbende] als [B.V. 2] blijken niet de eindgebruikers (en ook geen garantiecertificaten en dergelijke). De heer [gemachtigde] faciliteerde door middel van [belanghebbende] deze handelwijze. Er gaat een factuurstroom van Nederland naar Duitsland en retour. Er is een geldstroom zichtbaar waarbij de betaler van het contante geld niet zichtbaar is.
Deze beschrijving geeft de constructie weer waarbij de intracommunautaire levering tegen 0% niet geloofwaardig is en tenietgedaan wordt door de feitelijke bevindingen.
➢ Uit de administratieve bescheiden van [B.V. 2] in Duitsland blijkt dat van een voorgewende zending de CMR niet door de transporteur is ondertekend. Bij de inkoopfactuur van [B.V. 2] zijn 2 CMR/s gevoegd, terwijl dit er normaliter maar 1 kan zijn.
Resumé:
De toepassing van het 0% tarief op de voorgewende verkopen van horloges aan [B.V. 2] is niet geloofwaardig. Er is geen bewijs dat deze goederen Nederland hebben verlaten. Meerdere bevindingen duiden er op dat de horloges deel uit maakten van een traject met een carrouseldoelstelling en een witwasfunctie. Daarbij kunnen zij tevens functioneren als betaalmiddel en aan het zichtbare economische verkeer worden onttrokken. De heer [gemachtigde] heeft via [belanghebbende] een carrouselcircuit gecreëerd en tevens personen kunnen faciliteren die buiten beeld blijven met hun naam en uitgavenpatroon. De papieren facturering door de Nederlandse [belanghebbende] aan [B.V. 2] en de (directe doorfacturering door [B.V. 2] aan wederom Nederlandse afnemers, volgens facturen) betreft een constructie waarbij ten onrechte 0% BTW is toegepast op de omzet van [belanghebbende] . Het ontbreken van de bekendmaking in horloges te handelen door [B.V. 2] , en het eveneens ontbreken van een bijbehorende verkoop- en garantieadministratie onderstrepen dit. Het aantreffen van één van de betreffende horloges op het bedrijfsadres in [plaats 1] is in strijd met de intracommunautaire levering, dit bevestigt de frauduleuze gang van zaken nog eens. Het 0% tarief is ten onrechte toegepast.Correctie 1 OB intra communautaire 0% toepassing te belasten:
2017: € 189.950 x 21% = € 39.889
2018: € 60.400 x 21% =€ 12.684
€ 52.573”