Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
- [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ), al dan niet met voorbedachte raad, heeft gedood door hem met een mes te steken;
- heeft geprobeerd om [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ), al dan niet met voorbedachte raad, te doden door hem met een mes te steken;
- heeft geprobeerd [slachtoffer 3] , al dan niet met voorbedachte raad, met een mes te doden of zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, dan wel hem heeft bedreigd;
- heeft geprobeerd [slachtoffer 4] , al dan niet met voorbedachte raad, met een mes te doden of zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, dan wel haar heeft bedreigd.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partijen
Ter zitting is door mr. Pernot verzocht om [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk te verklaren in de posten die zien op de shockschade. Ook heeft mr. Pernot zich op het standpunt gesteld dat slechts een deel van de uitvaartkosten en reis- en parkeerkosten toewijsbaar zijn en dat [slachtoffer 1] voor het restant van deze vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Er resteert dan een toewijsbare vordering van in totaal € 23.738,19.
€ 6.198,29.
€ 39,90.
€ 17.500,-toewijzen.
€ 23.738,19aan schadevergoeding dient te betalen. [slachtoffer 1] zal in het resterende deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Ter zitting is door mr. Pernot verzocht om [moeder van slachtoffer 1] niet-ontvankelijk te verklaren in een deel van de opgevoerde medische kosten en verlies van arbeidsvermogen. Ook heeft mr. Pernot zich op het standpunt gesteld dat de helft van de uitvaartkosten en reis-en parkeerkosten toewijsbaar zijn en dat [moeder van slachtoffer 1] voor het restant van deze vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Er resteert alsdan een toewijsbare vordering van in totaal € 52.405,78.
€ 6.198,28en
€ 39,90.
€ 835,- (€ 385 + € 450) zal worden toegewezen. [moeder van slachtoffer 1] zal voor het restant van de vordering dat ziet op de medische kosten niet-ontvankelijk worden verklaard, zoals verzocht door mr. Pernot.
€ 2.630,34netto. [moeder van slachtoffer 1] zal in het restant van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
€ 202,25zijn dan ook voor toewijzing vatbaar.
€ 25.000,-
€ 17.500,-toewijzen.
€ 52.405,77aan schadevergoeding dient te betalen.
€ 5.000,-billijk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 april 2022. Voor het overige zal [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering.
€ 1.000,-billijk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 april 2022.Voor het overige zal [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk worden verklaard.
€ 1.000,-billijk, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 april 2022. Voor het overige zal [slachtoffer 4] niet-ontvankelijk worden verklaard.
8.De vordering tot tenuitvoerlegging
9.Het beslag
10.De wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- spreekt verdachte vrij van het primair tenlastegelegde onder parketnummer 02/213866-22;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
feit 3 primair:poging tot doodslag
- veroordeelt verdachte tot
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
terbeschikkingstellingvan verdachte,
met verpleging van overheidswege;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [vader van slachtoffer 1] van
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [vader van slachtoffer 1] (feit 1),
- bepaalt dat bij niet betaling
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [moeder van slachtoffer 1] van
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [moeder van slachtoffer 1] (feit 1), € 52.405,77 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente tot aan de dag der voldoening
- bepaalt dat bij niet betaling
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- verklaart de benadeelde partij [broer van slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- bepaalt dat partijen ieder hun eigen kosten dragen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 2] (feit 2),
- bepaalt dat bij niet betaling
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 3] (feit 3),
- bepaalt dat bij niet betaling
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 4] ,
- bepaalt dat bij niet betaling
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis d.d. 4 februari 2021 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 09/842175-20
- bepaalt dat deze ten uitvoer te leggen jeugddetentie wordt vervangen door