Belanghebbende heeft als gevolg van de ontbinding van [B.V.] de vordering op [B.V. 2] (hierna: de vordering) in 2014 om niet verkregen. In het voornoemde controlerapport staat over de vordering het volgende vermeld:
“
Langlopende schulden
Op de balans per 31 december 2013 staat een rekening courant schuld aan [B.V.], voor een bedrag van € 1.340.352 vermeld.
Op mijn vraag hoe deze rekening courant schuld is ontstaan verklaart de heer [belanghebbende] het volgende.
Rond 2003/2004 heeft er een activa/passiva transactie plaatsgevonden waarbij de bedrijfsactiviteiten zijn overgegaan van [B.V.] (toen genaamd [voormalige naam B.V.]) naar Handelsonderneming [handelsonderneming], [handelsonderneming] De overname som is daarbij door Handelsonderneming [handelsonderneming], [handelsonderneming]
schuldig gebleven.
Daarna heeft in 2009 een tweede activa/passiva transactie plaatsgevonden waarbij de bedrijfsactiviteiten van Handelsonderneming [handelsonderneming], [handelsonderneming] naar [B.V. 2] zijn overgegaan. De schuld die Handelsonderneming [handelsonderneming], [handelsonderneming] aan [B.V.] (toen genaamd [voormalige naam B.V.]) had is met de bedrijfsactiviteiten naar [B.V. 2] overgegaan.
Bij deze transactie is de afspraak gemaakt dat de schuld door [B.V. 2] aan [B.V.] pas wordt afgelost op het moment dat de bedrijfsactiviteiten worden verkocht. Dit omdat de liquiditeitspositie van [B.V. 2] momenteel én in het verleden geen aflossingen van de schuld toelaat. Volgens de adviseur is in de jaren 2011 en 2012 de heer [directeur-grootaandeelhouder] de aandeelhouder. Daarna is de adviseur de heer [belanghebbende] 100% aandeelhouder van [B.V.] geworden.
Volgens onze informatie is de heer [directeur-grootaandeelhouder] in de periode 26 maart 1993 tot 28 juni 2004 100% aandeelhouder van [B.V.] De adviseur de heer [belanghebbende] is vanaf 28 juni 2004 tot en met de uitschrijving uit het handelsregister aandeelhouder van [B.V.]
Uit de gegevens van de kamer van Koophandel blijkt namelijk dat op 24 september 2014 is geregistreerd dat de rechtspersoon [B.V.] is ontbonden met ingang van 24 september 2014. Volgens de Kamer van Koophandel was de statutaire zetel in [plaats 2].
De heer [belanghebbende] verklaart het volgende. De activa en passiva van [B.V.] zijn als gevolg van de uitschrijving uit het handelsregister doorgeschoven naar de aandeelhouder in privé, zijnde de heer [belanghebbende], zodat deze nu in privé een vordering op [B.V. 2] heeft. De afspraak dat deze schuld pas wordt afgelost bij de eventuele verkoop van de bedrijfsactiviteiten van [B.V. 2] blijft staan. De heer [belanghebbende] geeft verder aan dat hij in België woont en geen vergoeding voor het overnemen van de vordering heeft betaald.
[B.V. 2] heeft op 31 december 2013 een schuld van € 1.340.352 aan [B.V.] is in 2014 ontbonden. Ter gelegenheid van de ontbinding is de vordering van [B.V.] op [B.V. 2] overgegaan op haar aandeelhouder, de heer [belanghebbende]. De heer [belanghebbende] is sinds 28 juni 2004 100% aandeelhouder van [B.V.] Hij heeft niets betaald voor deze schuldovername. Deze schuldverhouding is niet nader beoordeeld en zal onderwerp van behandeling zijn bij de aangifte vennootschapsbelasting 2014 van [B.V. 2]”