“De normen voor wateroverlast van buiten stedelijk gebied uit artikel 4.4 van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (IOV) niet van toepassing zijn op de percelen van eisers, omdat de gronden de bestemming ‘Natuur’ en Water/Natuur’ hebben. Dit betekent dat het waterschap geen inspanningsverplichting heeft om de kans op overstroming te voorkomen.
Als uitgegaan wordt van het gebruik als grasland, dan volgt uit het Cultuurtechnisch Vademecum dat een gewenste drooglegging voor grasland op zwak lemig zand een waarde heeft van 0,85. De gemiddelde drooglegging van de percelen van eisers is 1,1 meter. De drooglegging bij een waterpeil van + 0,8 meter ten opzichte van NAP zou dus ook afdoende moeten zijn voor regulier grasland gebruik.
Er moet aangenomen worden dat er 10 cm aan verhang is in het watersysteem. De percelen van eiser [eiser1] hebben voor 12% geen drooglegging van 0,95 meter en het perceel van eisers [eiser2] nog minder. Deze analyse moet echter niet lokaal uitgevoerd worden, maar regionaal, op basis van alle gebieden waar de maatgevende stuw een directe relatie heeft met het waterpeil. Dan wordt zichtbaar dat significant minder dan 10% van het weergegeven gebied een drooglegging heeft van minder dan 0,95 meter. De dimensioneringsrichtlijn uit het Cultuurtechnisch Vademecum wordt daarmee ruimschoots gehaald. Daarmee concludeert het waterschap dat het in de toekomst gevoerde waterpeil van +0,8 meter+ NAP juist is ontworpen, ook ten aanzien van de drooglegging van de percelen van eisers.
Bij extreme neerslag wordt het gebied waarin deze percelen liggen gebruikt als waterbergingsgebied. Dat betekent dat er actiever water wordt vastgehouden in deze gebieden om zodoende de gevoeligere gebieden meer benedenstrooms te ontzien van wateroverlast. Ook passief zal water zich bergen in de lage delen en dus ook in het watersysteem. In tijden van intensieve neerslag gaat dit gebied zeker vaker vernatten, aldus het waterschap.
De door eisers gestelde wateroverlast kan het waterschap dan ook in zoverre verklaren dat dit verband houdt met het gebruik van de percelen als grasland, terwijl het waterbeheer is afgestemd op de bestemming water/natuur.”